3 <5 Stoomzuivelfabriek, terwijl de Tot slot werd ook aan de drie heer Lothof de gelukwensen van jubilerende leden de heren J. H. de naburige boerenleenbanken Schoemaker, H. G. Hulshof en aanbood en een passend cadeau B. Rouwhorst een klein ge- overhandigde in de vorm van schenk aangeboden, een electrische klok. De Boerenleenbank te Ginneken vierde haar 50-jarig bestaan Het gouden feest van de Boe renleenbank te Ginneken werd op 2 September 1954 begonnen met een H. Mis. Hierna begon de feestvergadering. De voorzit ter van het feestcomité heette beheerders, leden en genodigden hartelijk welkom en speciaal de Burgemeester van Breda, Mr. Dr. C. N. M. Kortmann, de he ren A. N. Fleskens en C. Moors resp. voorzitter van het Bestuur en Vice-Voorzitter van de Raad van Toezicht van de Centrale Boerenleenbank, de heren Ver- meeren, loco-burgemeester van Nieuw-Ginneken en J. Erkelens, Hoofdinspecteur van de C.C.B. De voorzitter deelde vervol gens mede, dat de enige oprich ter, welke nog in leven is, de heer A. J. Rops, wegens ziekte niet aanwezig kon zijn. Hij wenste hem een spoedig herstel toe en gaf het woord aan de kassier voor het verslag over de afgelopen vijftig jaren, die zulks deed onder de titel: „Met dit goud aan de toekomst ge bouwd". Hierna feliciteerde de heer Fleskens beheerders en leden met het vijftig-jarig bestaan van hun bank en bracht dank aan de oprichters, voornamelijk aan de nog in leven zijnde heer A. J. Rops, die tevens ruim dertig ja ren bestuurslid is geweest. Vervolgens hield Hoofdin specteur Erkelens de feestrede, waarin hij de ontwikkeling van de Boerenleenbank schetste te gen de achtergrond van het boe renleven in de afgelopen vijftig jaren. Burgemeester Kortmann deel de daarna mede, dat hij zeer gaarne aan dit gouden feest deel nam, feliciteerde beheerders en leden en bood namens de Ge meenteraad van Breda een vier tal asbakken van delftsblauw ten geschenke aan. De loco-bur gemeester van Nieuw Ginneken sloot zich bij de vorige sprekers

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 36