9943 kleine kern van practische boeren is. Het merendeel der spaarders komt echter uit de burgerij. De voorzitter, de Heer W. Faber, opende de feestelijke bijeenkomst en sprak de hoop uit, dat alle aanwezigen tevre den zouden zijn met hetgeen zou geboden worden. Hij ver welkomde speciaal de Heren A. N. Fleskens en Mr. Ph. van Campen, die namens de Centrale Bank aan deze bijeenkomst luister gaven. Mr. Ph. van Campen roemde in zijn rede de kwaliteiten van de vroegere en thans zittende beheerders, met een apart woord van hulde aan de heer G. J. Kokke, president van de Raad van Toezicht, die als zodanig meer dan 25 jaren de bank met zijn vele gaven en kundigheden belangeloos dien de. Spreker gaf verder een summier overzicht van de groei der bank en wees op het belangrijke werk, dat de boeren leenbanken tot stand hebben gebracht en waarin ook de boe renleenbank Nijmegen zijn taak had. Daarbij werd de werk zaamheid van de kassier niet vergeten, die het dagelijks mid delpunt is van de activiteit in en rondom de boerenleenbank. De directeur van de Centrale Bank dankte de kassier, de heer Kroes, ook in het bijzonder voor de prettige samenwerking met de Centrale Bank, hetgeen hij van een zeer persoonlijk woord deed vergezeld gaan. Namens de Boerenbond Nijmegen en de Paardenverzeke- ring werd het woord gevoerd door de heren G. Hartelo en J. Verbiesen, die hun gelukwens vergezeld deden gaan van geschenken. De geestelijk adviseur, die altijd zijn ernstig woord met een hoeveelheid luim vermengt, had een aandachtig en soms schaterend gehoor. Na afloop van het diner werd de avond in een gezellige sfeer doorgebracht en al te spoedig wees de klok het einde aan. De ceremoniemeester, de heer L. Janssen, kon zichzelf wel feliciteren met het schitterend slagen van het feest. En de feestcommissie zal zich ongetwijfeld voldaan heb ben gevoeld bij het zien van de prettige stemming, hetgeen de beste dank was voor de zorg, die zij aan de samenstel ling van het programma besteedde.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 31