9929 Uitzonderingen op de verzekeringsplicht. Niet verzekeringsplichtig zijn: verplicht de verschuldigde premie verder geheel voor eigen rekening te nemen. a. Arbeiders, die alleen in buitengewone gevallen en niet bij wijze van beroep, arbeid van korte duur verrichten; b. Arbeiders, die de leeftijd van 35 jaar bereikt hebben en nog niet verplicht verzekerd zijn; c. Arbeiders, die zelf of wier echtgenote is aangeslagen in de inkomstenbelasting voor meer dan 5.300, d. Arbeiders, die zelf of wier echtgenote is aangeslagen in de vermogensbelasting; e. Arbeiders aan wie door het Rijk pensioen is verzekerd; hieronder vallen, behalve personen in dienst van het Rijk, ook Gemeente-ambtenaren, ambtenaren in dienst van Wa terschappen, onderwijzers bij het bijzonder lager onder wijs, enz.; f. Personen, in dienst van de N.V. Nederlandse Spoorwegen. De Premiebetaling. Zoals reeds is opgemerkt, rust de aanmeldingsplicht niet op de werkgever, doch op de arbeider. De werkgever heeft enkel de plicht om de verschuldigde premie te betalen. Hij mag deze premie niet op zijn arbeiders verhalen. De werkgever is geen premie verschuldigd over weken, waarover hij aan de arbeider om een of andere reden geen loon schuldig is. Indien de arbeider een uitkering krachtens de Ziektewet of Werkloosheidswet ontvangt, moet de premie voldaan wor den door de Bedrijfsvereniging. Het bedrag van de premie is afhankelijk van de loonklasse, waartoe de arbeider behoort. Er zijn vijf loonklassen. De voor deze loonklassen te betalen premie bedraagt respectievelijk 25, 30, 40, 50 en 60 cent per week. De premie van 25 cent moet betaald worden voor arbei ders die uitsluitend loon in nafura genieten. Voor arbeiders van 14 en 15 jaar moet een premie betaald worden van 30 cent, voor arbeiders van 16 en 17 jaar van 40 cent, voor arbeiders van 1820 jaar van 50 cent, en voor arbeiders van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 17