9925
LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS.
Begroting van Landbouw in de Tweede Kamer.
De behandeling van de begroting van landbouw 1955 in de
Tweede Kamer is dit jaar binnen 24 uur afgewerkt. Heel
moeilijk heeft Minister Mansholt het ditmaal niet gehad. Vorig
jaar werd door een aantal Kamerleden onder leiding van de
heer van de Heuvel hem hef vuur na aan de schenen gelegd,
toen het ging over een landbouwschool in de Noord-Oost
polder al of niet op Christelijke grondslag. De belangrijkste
onderwerpen, welke bij deze begrotings-behandeling aan de
orde gesteld werden, betroffen het vetgehalte van de con-
sumptiemelk, het prijsbeleid en vooral het melkprijsbeleid,
het pachtprijsprobleem en hef Benelux-landbouwprotocol.
De meningen van de Kamerleden omtrent het vetgehalte
van de consumptiemelk waren zeer verdeeld: enigen waren
voor handhaving van de huidige toestand (2,5°/o), anderen
bepleitten verhoging van het vetgehalte tot 3%, weer ande
ren wilden wel een proef met consumptiemelk van 3,5°/o
naast melk met 2,5°/o. Deze laafsten waren het onderling weer
oneens over de hoogte van de subsidie op de consumptie
melk met het hogere vetpercentage. Het viel de Minister
derhalve zeer gemakkelijk het regeringsstandpunt te verde
digen: melk van 2,5°/o moet beschikbaar blijven, maar daar
naast moet een proef met 3,5% melk genomen worden; hier
op zal een subsidie worden verleend van 2 cent, d.i. onge
veer de helft van de subsidie op melk van 2,5%. Er zijn er
en niet geheel zonder reden die menen dat zo'n proef
bij ongelijke subsidies op de verschillende soorten melk
geen eerlijke proef is. Vaststaat dat de melk van 3,5% aan
zienlijk duurder zal (moeten) zijn dan de melk van 2,5%. Eén
procent meer vet betekent al ongeveer 5 cent, daarbij komt een
subsidie-verschil van 2 a 2Y2 cent, vervolgens de extra-kosten
van de melk-inrichfingen 2 a 3 cent?), terwijl deze melk
alleen in flessen - dit vanwege de controle - beschikbaar ge
steld kan worden. Het is derhalve zeer twijfelachtig, of het ver
bruik van melk met 3,5% vet een ruime omvang zal aannemen.
De grote kostprijsverschillen tussen de diverse gebieden,
welke de L.E.I.-rapporten ten aanzien van de melk te zien