9922 te plaatsen en belegging op M0/" in promessen, zelfs als deze maar 3 maanden lopen, wordt reeds te riskant geacht. Komt men immers voor onverwachte geldvraag te staan (en de geruchten over een nieuwe, grote staatslening in het aller eerste begin van 1955 houden hardnekkig aan), dan zou men datzelfde papier op basis van 1% disconto naar De Neder- landsche Bank moeten terugbrengen, daarbij aannemende dat het dan nog hoogstens 105 dagen looptijd heeft. En daaruit besluit men dan, dat het nog maar beter is deze gel den renteloos doch onmiddellijk opeisbaar aan te houden bij De Nederlandsche Bank. Zou Januari echter die verwachte grote vraag naar geld niet brengen, dan gaat er op de geldmarkt een overstroming dreigen: de deviezenaanwas en daarmede de groei van onze binnenlandse geldhoeveelheid blijft aanhouden; de afstro ming van geld naar de fiscus pleegt in de eerste kalender maanden geringer te zijn dan in de laatste maanden van het jaar, terwijl anderzijds in Januari op een zeer ruime geldtoe- vloed van de zijde van het Rijk moet worden gerekend: 18 millioen aan rentebetaling op staatsschuld, circa 100 mil- lioen wegens vervallend schatkistpapier en ongeveer 160 millioen als betaling aan de Gemeenten uit het Gemeente fonds. Ondanks de geldruimte van het ogenblik en ondanks deze vooruitzichten op nog grotere geldtoevloed in Januari hebben de banken dus toch gemeend zéér, zéér voorzichtig te moeten zijn in hun beleggingsbeleid van de afgelopen weken. Op de aandelenmarkt gaat het heel wat royaler toe. Daar waren het gehele jaar door de omzetten groot en de koers- bewegingen van forse aard. Het waren niet alleen de grote internationale fondsen, die regelmatig met sprongen oplie pen tot koershoogten, die enkele weken of zelfs enkele da gen daarvóór als onbereikbaar hadden gegolden. Intussen is, zoals dat in iedere hausse gebeurt, een stemming ontstaan, waarbij alleen nog maar verdere koersstijgingen voor moge lijk worden gehouden en de slechte kansen worden vergeten. Wie een half jaar geleden de koers van een aandeel „toch v/el erg hoog" vond en daarom liever niet kocht, koopt nu bij veel hogere koersen wél: waarom zouden de koersen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 10