9855
tuut voor een dergelijk internationaal credietlichaam tot stand
te brengen, werd door de vertegenwoordigers van de Zuide
lijke landen warm gesteund, door de vertegenwoordigers
van Duitsland, België en Nederland evenwel met zakelijke
nuchterheid becritiseerd. Deze laatsten zagen niet goed hoe
bij de tegenwoordige verhoudingen op internationaal mone
tair gebied een dergelijk internationaal crediet-instituut an
ders zou kunnen worden tot stand gebracht dan door tussen
komst van de verschillende Staten bij wijze van een inter
nationale overeenkomst. Zij zagen ook op deviezengebied
onoverkomelijke moeilijkheden en waren van mening, dat
ook een dergelijke internationale landbouwcredietbank
slechts uitleningen zou kunnen doen, mits deze gegarandeerd
zouden worden door de Nationale Staat van de instelling,
die een dergelijke lening zou opnemen ot door de desbetref-
fende Nationale Bank. Maar, alweer werd opgemerkt, zo
bezien is een nieuw internationaal crediet-instituut, dat spe
ciaal in de credietbehoeften van de landbouw zou moeten
voorzien, nauwelijks nodig, omdat mits de garantie van de
Nationale Staat of de desbetreffende Nationale Bank wordt
verkregen, deze internationale kapitaalverschaffing veel meer
doeltreffend kan worden geleid over de Internationale Bank
voor Herstel en Ontwikkeling.
Niettegenstaande deze critische opmerkingen werd de des
betreffende motie aangenomen met de stemmen van Duitse,
Belgische en Nederlandse vertegenwoordigers tegen. Daar
mede is de Internationale Bank voor Landbouwcrediet even
wel nog niet opgericht. Het desbetreffende ontwerp-statuut
kan worden afgewacht en dan zal er nog wel veel water door
de Bosphorus stromen vooraleer de oprichting van een der
gelijk instituut een feit is.
Door de Directeur van onze Centrale Bank werd als verte
genwoordiger van de C.E.A. op dit internationaal landbouw-
credietcongres een ander terrein aangewezen, waarop de
verschillende nationale landbouwcredietinstellingen vrucht
baar zouden kunnen samenwerken, te weten dat van de
emigratie-financiering. De desbetreffende inleiding van onze
directeur Mr Ph. C. M. van Campen is hierachter in zijn geheel
opgenomen.