9889 service te verlenen. Aangenomen mag worden, dat een toe name der werkzaamheden de draagkracht van de bank ver groot. Dit opent de mogelijkheid tot de aanschaffing van een betere outillage en voor de kassier de gelegenheid om meer tijd aan de bank te besteden, i.c. meer zittingsuren te houden. Hier zit men dus in een cirkelgang. Een groeiende bank kan meer service gaan geven en door het geven van deze betere service neemt de omvang verder toe. De service, welke de boerenleenbank kan en moet bieden, houdt in, daf het de cliënten gemakkelijk, prettig en voorde lig gemaakt moet worden om zaken met de bank te doen. Dit impliceert: 1. Een voorkomende kassier, welke terzake kundig is. 2. Een doelmatige kantooroutillage, waaronder begrepen een goed kantoor met wachtruimte en een behoorlijke kanfoorinventaris. 3. Een gunstige ligging van het boerenleenbankkantoor. 4. Ruime en op gunstige tijdstippen liggende zittingsuren. Over dit laatste willen we het nu hebben. Van de cliënten der boerenleenbank mag niet verwacht worden, daf zij hun financiële zaken bij de boerenleenbank willen en kunnen afwikkelen, juist op het tijdstip, dat dit het beste voor de kassier uitkomt. Hoe ruimer de openstellings uren zijn, en hoe beter deze verspreid liggen, des te eerder zal zich daaronder ook een uur bevinden, dat het de cliënt goed schikt een bezoek aan de Bank te brengen. Het aantal en tijdstip der zittingsuren zijn echter veelal af hankelijk van de ter plaafse bestaande mogelijkheden, in het bijzonder de mogelijkheden van de kassier i.v.m. een even tuele andere functie. Hierdoor wordt een doelmatige sprei ding der zittingsuren belemmerd, hetgeen ongetwijfeld ten nadele van de boerenleenbank werkt. Niet genoeg kan er op worden aangedrongen om juist onder deze omstandigheden alle gelegenheden te benutten om de cliënten te gerieven. De ervaring heeft ons geleerd, daf er naarmate de boeren leenbank haar ziftingsuren uitbreidde (hierbij wordt aangeno-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 41