9867
samenwerking bereid zouden zijn. Het Bestuur van de C.E.A.
werd uitgenodigd een zodanige medewerking te bevorderen.
Toen mij vanwege het secretariaat van de C.E.A. advies
werd gevraagd hoe deze medewerking vanwege de in aan
merking komende financiële instellingen zou kunnen worden
bevorderd, heb ik niet geaarzeld het bestuur van de C.E.A.
te adviseren om deze aangelegenheid aan de orde te doen
stellen op de derde Algemene Vergadering van de C.I.C.A.,
waartoe het bestuur van de C.E.A. besloot tijdens zijn onlangs
te Wenen gehouden vergadering en wel door mij met de
desbetreffende opdrachf te belasten.
Ter inleiding van een eventuele gedachtenwisseling en be
slissing over deze aangelegenheid door deze Algemene Ver
gadering van de C.I.C.A. zou ik Uw aandacht willen vragen,
vooreerst voor het morele aspect daarvan en voorts voor de
financieringstechniek. Daarbij zou ik ervan willen uitgaan, dat
de financiering van algemene agrarische objecten in de
gebieden, die voor ontvangst van emigranten in aanmerking
komen, niet rechtstreeks tot de taak behoort van private land-
bouwcredietinstellingen, doch wel de financiering van de ves
tiging van individuele emigranten.
Het morele aspect, voor zoveel betreft de financierings-
taak van de nationale landbouwcredietinstellingen zou ik wil
len verduidelijken aan de hand van een voorbeeld, dat ik ont
leen aan mijn eigen praktijk.
Een landbouwer, die met zijn gezin reeds eerder naar
elders was geëmigreerd, kwam in zijn nieuw land van vesti
ging tot de mogelijkheid om een eigen landbouwbedrijf te
verwerven. Een gedeelte van de middelen voor de uitrusting
van het bedrijf ontbraken hem evenwel. Voor de verkrijging
daarvan wendde hij zich tot het landbouwcredietorganisme
van het land van vestiging en riep, als voormalig lid van een
boerenleenbank, die bij onze Centrale Bank was aangesloten,
ook tevens de hulp in van onze Centrale Bank. De emigrant
had nog zekere eigendommen in ons land, die hij toentertijd
niet kon verkopen en waarvan hij bij verkoop ook de op
brengst nog niet kon overmaken naar het land van vestiging.
Aldaar kon hij echter nief voldoende zekerheid stellen om de