9862 houding geschilderd van de Amerikaanse boer tegenover de grond, die hij bebouwt: „Wij veroveren de natuur in plaats van ons aan te passen „aan die natuur: de natuur wordt gebrutaliseerd omdat wij „zo'n haast hebben, om alles eruit te halen wat erin zit; zelfs „wordt de natuur daarbij vernietigd, indien hij niet meer „wordt beschouwd als een levend iets maar als een grond stof. Het is ook wel tekenend, dat de terminologie van de „mijnbouw zo vaak wordt toegepast in de landbouw. De „grond wordt totaal uitgemergeld tot hij niets meer heeft te „bieden. De plantenwereld wordt in woord en daad behan- „deld alsof hef delfstoffen betreft. Men haalt de rijkdommen „weg van een stuk land en laat het dan achter zoals men een „lege erfsgroeve verlaat: leeg. Men is boerderijen en bossen „niet alleen met mijnen gaan vergelijken, maar zelfs met fa brieken, waar het onderhoud van de gebouwen noodzake- „lijk is om de productie te handhaven. De aarde is nog slechts „een grondstof, waarvan men niet meer houdt en waarmede „men niet eigen wordt, evenmin als met een blok ijzer of een „petroleumbron. „Frankrijk is trots op zijn boeren, doch de Verenigde Sfa- „ten gaan er groot op, dat zij geen boeren meer hebben. „Dit land, dat in zijn productie de zelfwerkende, rijpende „kracht van de factor „tijd" niet meer erkent, doch slechts „poogt om in zo weinig mogelijk tijd zoveel mogelijk werk „te verrichten, is totaal vreemd aan de geest en het wezen „van de boer". Misschien zal men zeggen, dat een dergelijk gevaar hypo thetisch is en slechts in de verbeelding bestaat van de in tellectuelen en dat men zich met spoken bezig houdt, indien men daarover denkt. Ik ben een andere mening toegedaan. Talloze tekenen, die niet bedriegen, wijzen heden ten dage reeds al te duidelijk erop, dat de geest van de boer zich vol komen aan het wijzigen is. Ongetwijfeld staan wij nog slechts aan het begin van deze gedaanteverwisseling; in Europa gaat hef immers om een oud land en om een oud volk, dat nog vasthoudt aan tradi ties van persoonlijke aard en als ik het zo zeggen mag aan betrekkingen tussen mens en grond alsof zij gebaseerd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 14