9846
is en bij aanvulling met een middenstanderscontingent zou
het evenwicht ook wel eens erg labiel kunnen worden.
Nogmaals wijzen wij er hierbij op, dat er vele banken zijn,
waar de boeren-leden zozeer domineren, dat er niet het
minste gevaar bestaat voor het verliezen van de meerderheid.
Maar wij schreven reeds eerder, dat dit gevaar accuut wordt
bij verschillende banken als het zonder meer tot een statuten
wijziging zou komen voor alle banken. En wij schreven ook,
dat dit juist het grote probleem is.
Een aspect, dat deze kwestie zijdelings raakt, vinden wij
beschreven in het Augustus/September-nummer van de M.M.,
waar wij op pag. 9767 e.v. een zeer bijzonder artikel aantref
fen, dat de belangstelling van beheerders en kassiers waard
is. Wij bevelen lezing en herlezing van dit artikel sterk aan,
omdat hier de activiteit der banken in een actuele analyse
wordt vastgelegd. Een analyse, die aantoont, dat het ook
goed is in 't eigen hart te kijken.
Onze collega van Rossum zijn wij dankbaar voor zijn steun
bij het buitensluiten van vreemde invloeden. Dat opvissen
door „Utrecht" van schipbreukelingen vinden wij niet zo
erg. Schipbreukelingen moeten natuurlijk geholpen worden,
maar in de regel zorgt daarvoor de liefdadigheid. Meestal
zijn deze mensen berooid, zij hebben niets te geven, doch
wel te vragen. Onze boerenleenbanken staan op een zake
lijke basis; en zakelijk bekeken is er weinig aantrekkelijks.
Meent U, dat wij te cynisch zijn? Het is toch maar figuurlijk
bedoeld.
KASSIER-REDACTEUR.
CIRCULAIRE No. 604 dd. 25 AUGUSTUS 1954 t/m CIRCU
LAIRE No. 607 dd. 8 SEPTEMBER 1954.
Achtereenvolgens wordt behandeld:
in circulaire no. 604 dd. 25 Augustus 1954 (Formulieren):
het formulier S 29 en 29, te bezigen bij de jaarlijkse boekjes-
contróle als ontvangstbewijs voor de rekeninghouder voor
een spaar-, voorschot- of lopende rekeningboekje;
in circulaire no. 605 dd. 26 Augustus 1954 (Spaarvormen):
de enquête over 1953 inzake het jeugd-, groep- en bedrijfs-
sparen;