9845
bovendien mei zijn opinie nogal tamelijk alleen schijnt te
staan ook, die er nog niet in geslaagd is, een brief te publi
ceren van een collega, die het helemaal met hem eens is.
Kijk eens, collega's, als men verantwoordelijk is voor zo'n
rubriek, dan heeft men de plicht zo onbevooroordeeld en
objectief mogelijk te schrijven. Men moet trachten de zaak
aan alle kanten te bekijken, het voor en tegen af te wegen
en alle argumenten een bepaalde plaats in te ruimen. Wij
zouden ons zelfs kunnen voorstellen, dat wij als kassier erg
ingenomen zouden zijn met het geven van credieten aan
middenstanders in onze woonplaats en toch als kassier-redac
teur zouden moeten zeggen: neen kassier, er is teveel tegen,
er zijn teveel bezwaren.
Die bezwaren hebben wij in de M.M. No. 410 opgesomd
en nu er sinds het schrijven daarvan enkele maanden ver
streken zijn en wij ons commentaar herlezen, kunnen wij er
niets aan veranderen. Trouwens, van hoogstaande zijde uit
het organisatieleven werd ons ongevraagd sympathie be
tuigd.
En nu komen wij nog aan een andere zijde van het vraag
stuk: Hoe denken onze beheerders der boerenleenbanken
erover? Want tot nu toe hoorden wij slechts de mening van
kassiers, die toch min of meer het zij zachtjes gezegd
enig persoonlijk belang bij de zaak hebben.
De beheerders, die enkel hebben uif te maken, wat het
belang der organisatie als zodanig is, die eigenlijk ook deze
kwestie uiteindelijk zullen hebben te regelen, zullen in het
algemeen stellig minder sterk voor de gewenste uitbreiding
van de werkingssfeer der banken voelen als de kassiers. Dit
behoeft geen lauwheid of conservatisme te zijn bij de tegen
standers; dit behoeft ook geen gebrek aan verantwoordelijk
heid van de voorstanders in te houden. Wel zal hun mening
de inslag hebben van een locale sfeer.
Wij hebben echter reden om aan te nemen, dat de beheer
ders in het algemeen voorzichtig zullen zijn met het geven
van credieten aan de middenstand en dat zij zeer gevoelig
zullen zijn voor hef binnenhalen van het middenstanders-
(en arbeiders-) element in hun ledenreservoir.
Het noemen van de arbeiders-leden is niet toevallig. Wij
kennen banken, waar dit element goed vertegenwoordigd