9831
De premie voor de werkloosheidsverzekering is voor alle
bedrijfstakken hetzelfde en bedraagt 2,4°/o van het loon.
Hiervan neemt het Rijk de helft voor zijn rekening, terwijl
de werkgever en de werknemer van de resterende 1,2%
ieder de helft moeten betalen.
Voor de berekening van de premie komt het loon, dat de
werknemer meer heeft genoten dan 16 gulden per dag voor
dat meerdere niet in aanmerking.
De inning van de premie geschiedt op dezelfde wijze als
bij de premie ingevolge de Ziektewet, het Ziekenfondsen-
besluit en de Kinderbijslagwet, t.w. middels een halfjaarlijkse
voorschotheffing, waarmede de definitieve premieaanslag
wordt verrekend. De premie van de wachtgeldverzekering
wordt gestort in het wachtgeldfonds van de betreffende Be
drijfsvereniging, terwijl de premie van de werkloosheidsver
zekering door de Bedrijfsvereniging wordt afgedragen aan
het Algemeen Werkloosheidsfonds. Het Rijk sfort hierin
rechtstreeks zijn bijdrage.
De wachtgelduitkering.
De werknemer, die buiten zijn schuld een of meer dagen
werkloos is kan aanspraak maken op wachtgeld ten laste van
hef wachtgeldfonds der Bedrijfsvereniging, waarbij zijn laat
ste werkgever is aangesloten, indien hij in de periode van
12 maanden, aan het intreden van zijn werkloosheid onmid
dellijk voorafgaande, ten minste 156 dagen heeft gewerkt
bij een of meer werkgevers, die bij de betreffende Bedrijfs
vereniging zijn aangesloten.
Indien een werknemer het maximum aantal dagen wacht
geld in een uitkeringsjaar heeft genoten, komt hij, ingeval
van herhaalde werkloosheid slechts opnieuw in aanmerking
voor wachtgeld, indien hij na de laatste dag van de wacht
gelduitkering tenminste 78 dagen bij werkgevers heeft ge
werkt, die bij dezelfde Bedrijfsvereniging zijn aangesloten.
Daarnaast blijft de eis bestaan, dat de arbeider tenminste
156 dagen bij werkgevers in eenzelfde bedrijfstak moet heb
ben gewerkt in de periode van 12 maanden voorafgaande
aan de werkloosheid. Het uitkeringsjaar begint te lopen op
de eerste dag, waarvoor de werknemer wachtgeld wordt
toegekend. De periode van 12 maanden voorafgaande aan
de werkloosheid wordt verlengd met het tijdvak, waarin de