9827 c. degenen, voor wie van overheidswege een speciale regeling bij werkloosheid getroffen is, fenzij deze re geling voor hen minder gunstig is dan die van de wet; een dergelijke regeling bestaat bv. voor arbeidscon tractanten in dienst van het Rijk en bij een aantal an dere overheidslichamen, alsmede voor werknemers in dienst bij de N.V. Nederlandse Spoorwegen; d. huispersoneel in dienst van particulieren; e. alle personen, wier overeengekomen vast loon in geld, verdiend in loondienst van een of meer werkge vers, meer bedraagt dan 6.000 gulden per jaar. Indien de overeenkomst slechts voor een gedeelte van een jaar is gesloten, wordt het in die periode verdiende loon tot jaarloon herleid; f. zij, die alleen in buitengewone gevallen gedurende korte tijd in loondienst werkzaam plegen te zijn; g. zij, die in loondienst werkzaamheden verrichten, die voor hen van bijkomstige aard zijn; h. zij, die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. Van de hierboven genoemde uitzonderingen zijn die on der e. en g. vermeld voor de Boerenleenbanken veruit van het meeste belang. ad e. Alleen het vast overeengekomen loon in geld moet in aanmerking worden genomen; onverplichte gratificaties, tantièmes en dergelijke worden hier niet onder begrepen; met verstrekkingen in nafura, zoals vrije kost, vrij wonen, vuur, licht enz. wordt evenmin rekening gehouden. Zoals wij bij de behandeling van de Ziektewet (zie Maan delijkse Mededelingen van Juli 1954 pag. 9726) reeds heb ben uiteengezet, moeten de kassiers der Boerenleenbanken geacht worden een vast loon te genieten, niettegenstaande het bestaan van een maatstaf voor de berekening van de kassierssalarissen. Arbeid van bijkomstige aard. ad g. Ten aanzien van een aantal kassiers van de kleinere Boerenleenbanken moet aangenomen worden, dat de door hen in dienst van de Bank verrichte werkzaamheden voor hen slechts van bijkomstige aard zijn, zodat zij als kassier niet verzekeringsplichtig volgens de wet zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 19