9826 De werkloosheidsverzekering is toepasselijk voor die ar beiders, die geen binding met een bepaalde bedrijfstak heb ben, omdat zij afwisselend in verschillende takken van bedrijf werkzaam zijn of nog te kort in loondienst hebben gewerkt. Bovendien geldt deze verzekering voor de werkloze arbei ders, die nog werkloos zijn, nadat de uitkeringstermijn voor wachtgeld reeds verstreken is. De werkloosheidsuitkering komt niet ten laste van een bepaalde Bedrijfsvereniging, doch voor rekening van een centraal werkend orgaan, het Algemeen Werkloosheidsfonds. Wie werknemer in de zin van de wet is. Onder werknemer wordt in deze wet verstaan ieder, die binnen hef Rijk in loondienst werkzaam is. Het begrip loon dienst heeft hier dezelfde betekenis als in de reeds behan delde sociale verzekeringswetten (zie Maandelijkse Medede lingen van Juni 1954 pag. 9665). Voorts worden als werkne mer aangemerkt: a. verschillende groepen van personen, die geen arbeider in de hierboven bedoelde zin zijn, omdat zij geen arbeid in loondienst verrichten, doch die door de wet onder be paalde omstandigheden met arbeiders in loondienst wor den gelijkgesteld. Hieronder vallen: kleine aannemers, die persoonlijk het aangenomen werk verrichten, alsmede de personen, die hen bij hun arbeid bijstaan; thuiswerkers, die niet in loondienst voor ten hoogste twee werkgevers arbeid verrichten en zich daarbij door ten hoogste twee andere personen laten helpen; handelsagenten, die voor ten hoogste één werkgever werken; b. degenen, die bij wijze van werkverschaffing zijn tewerk gesteld. Daarentegen worden niet als werknemer in de zin van deze wet beschouwd, ofschoon zij voldoen aan de hier bo vengestelde voorwaarden. a. ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet 1929; b. personen, die werkzaam zijn bij het bijzonder lager onderwijs, tenzij voor hen een minder gunstige wacht geldregeling bestaat dan voor onderwijzers bij het openbaar onderwijs;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 18