9799 dienen fe worden gevormd. Korfom men ziet duidelijk de noodzakelijkheid van het sparen. De kinderen, die buiten het agrarisch bedrijf een bestaan vinden, zien dat echter niet zo goed in. Hun loonzakje bevat elke Zaterdag evenveel geld en onwillekeurig denken ze: „Dat is voor deze week". Ze gaan gemakkelijker leven en zijn ook eerder geneigd om meer uit te geven of geldelijke verplichtingen aan te gaan. Deze veranderde levenshouding kan een gevaar betekenen voor hun toekomst. Zij vormen vaak een gemakkelijke prooi voor het afbetalingssysteem met alle nadelige gevolgen van dien. Zij nemen verplichtingen op zich, waaraan een groeiend huishouden dikwijls niet meer kan voldoen. Deze gevaren zijn de beheerders en de kassiers van onze boerenleenbanken zeer zeker niet onbekend. Men weet met welke moeilijkheden de sociale en parochiële hulpdiensten soms fe kampen hebben. Om dergelijke verwikkelingen te voorkomen beschouwt de boerenleenbank het dan ook als een deel van haar sociale taak om de betrokkenen voor on doordachte stappen te behoeden. Daarom bevordert zij met kracht het bedrijfssparen, daar dat een van de beste middelen is om de werknemers in de verschillende bedrijven tot een hogere welvaart te brengen. Het bedrijfssparen kent geen spaardwang en tast ook de bestedingsmogelijkheid niet aan, integendeel het zorgt er voor dat de werknemers steeds wat geld achter de hand hebben voor onvoorziene of komende grotere uitgaven. Het leert de mensen op een beheerste en doordachte manier hun loon te besteden en bevrijdt hen van veel zorgen. Voor de boerenleenbanken betekent het bedrijfssparen een wekelijks groeiend spaarbearag, dat ondanks de onvermij delijke terugbetalingen in de practijk toch behoorlijk oploopt. Als voorbeeld mogen wij hier wel aanhalen het onlangs door de Staatsmijnen in Limburg ingevoerde bedrijfssparen. Ruim 3000 mijnbeambten en mijnwerkers nemen thans deel aan het bedrijfssparen bij hun eigen boerenleenbank. Onder hen zijn ook verscheidene zoons van boeren en tuinders, die in de land- en tuinbouw geen bestaan meer konden vinden, maar die toch de deugd van spaarzaamheid hebben bewaard.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 35