9782
tuinders derhalve niet gemakkelijk vallen aan hun arbeiders
een beduidend hoger loon uit te keren. Van de andere kant
moet men tegenover een eventuele loonsverhoging in de
agrarische sector ook weer niet te pessimistisch aankijken.
Het gros van onze bedrijven immers werkt uitsluitend of in
hoofdzaak met gezinsarbeidskrachten. Voor deze bedrijven
betekent een loonsverhoging geen verzwaring van lasten.
Wel kan voor hen een gunstige factor zijn, dat de vraag naar
verschillende land- en tuinbouwproducten wellicht enigszins
zal toenemen, wanneer de arbeiders een hoger loon ontvan
gen. En misschien zullen zij ook kunnen profiteren van een
doorberekening van de hogere lonen in de (garantie)prijzen
van enige producten.
Melkprijsbeleid.
Dit zal vooral van betekenis kunnen zijn met betrekking tot
de melk. Voor het melkjaar November 1953November 1954
was de minimum-garantieprijs vastgesteld op 20,60 per
100 kg. melk van 3,7% en de zg. verrekenprijs 2,hoger.
Hierin was de 5% loonsverhoging per 1 Januari wel, maar
die per 1 Mei jl. natuurlijk nog niet in verdisconteerd. De in
vloed van deze laatste loonsverhoging op de kostprijs van
melk bedraagt voor het lopende melkjaar ongeveer 50 a 80
cent per 100 kg. Er is nu overleg gaande tussen de Stichting
voor de Landbouw en de Regering over de doorberekening
van deze loonsverhoging in de garantieprijs en in de verre
kenprijs.
Spoedig zal ook weer het gehele melkprijsbeleid aan de
orde komen. Nu reeds kan voorspeld worden, dat de bespre
kingen omtrent het toekomstige melkprijsbeleid zeer moei
lijk, maar ook uiterst belangrijk voor de landbouw zullen
zijn. Het staat immers wel vast, dat de doorgevoerde en waar
schijnlijk nog te verwachten loonsverhogingen een aanzien
lijke kostprijs-verhoging (2 ct. per kg.?) met zich mee zullen
brengen. Voorts zijn velen van mening, dat het hoog tijd
wordt, daf het vetgehalte van de consumptiemelk wordt ver
hoogd van 2l/2°/o tot minstens 3%; dit zou een stijging van de
sfraatprijs met 2]/i a 3 ct. per liter noodzakelijk maken. En
dan is er nog de omstandigheid, dat de Overheid nog een