Rede van de Voorzitter bi] de opening van de Algemene
Vergadering van de Boeren en Tuinders Levensverzekering
N.V.
9709
Daarvoor is nu in de plaats gekomen een regeling, waarbij
invaliditeitspensioen niet meer rechtstreeks afgeleid wordt
uit de pensioengrondslag maar uit het eventueel te verkrijgen
ouderdomspensioen. Bij de vaststellintg van het invaliditeits
pensioen wordt uitgegaan van een minimum aanvangswaarde
van 50% van het ouderdomspensioen. Een beambte met een
verzekerd ouderdomspensioen van 3.600,zal derhalve
in geval van invaliditeit, hoe kort de verstreken diensttijd
ook loopt, tenminste een invaliditeitspensioen van 1.800,
ontvangen. In feite zal dit nog hoger liggen.
Van de zijde van de Centrale Bank werd tijdens deze Al
gemene Vergadering de vraag gesteld of een dergelijke
invaliditeits-pensioenregeling ook niet zou kunnen worden
opgenomen in de voorwaarden 1949. Van de zijde van de
Directie van de Boeren en Tuinders Levensverzekering werd
geantwoord, dat zulks van geval tot geval zou moeten wor
den bezien. De Verzekeringsvoorwaarden 1949, waaronder
b.v. de kassiers van onze boerenleenbanken zijn verzekerd,
kennen geen invaliditeitsverzekering. Het zou nu volgens de
Directie van de Boeren en Tuinders Levensverzekering moge
lijk zijn om van geval tot geval na te gaan in hoeverre de
invaliditeitsregeling, die thans in de Verzekeringsvoorwaar
den 1948 is opgenomen, ook van toepassing kan worden ver
klaard op de Voorwaarden 1949, zij het evenwel tegen een
verhoogde premie.
De Directie van de Boeren en Tuinders Levensverzekering
verklaarde zich bereid om dit vraagstuk nader te bestuderen.
Wij laten thans hieronder volgen de
Mijne Heren,
Bij de aanvang dezer vergadering moge ik U verzoeken U
van Uw zetels te verheffen.
In de vorige Algemene Vergadering moest ik een over
eenkomstig verzoek tot U richten. Toen betrof dit de herden
king van wijlen de Heer Galiart, voorheen lid van de Raad