9756 zou worden, of Hef merendeel der leden uit niet-agrariërs zou bestaan, behoeft niet te bestaan. Er behoeft immers geen ledenwerving onder de niet-boeren plaats te hebben. Vóór het aantal leden niet-boeren met een crediet in lopende-reke- ning dat der boeren zal overtreffen, zullen we heel wat jaren verder zijn. Ook wordt jaarlijks het ledenaantal aan de C.C.B. opgegeven met een verdeling naar beroep(?). Wanneer er dan ergens gevaren zouden dreigen en hef plaatselijk bestuur zou dit niet zien, dat zou nog tijdig door de C.C.B. ge waarschuwd kunnen worden en zou door ledenwerving onder de boeren en tuinders het gevaar tijdig gekeerd kunnen worden. Volgens onze bescheiden mening is het voor het behoud van onze boerenleenbanken en voor een zo groot mogelijk dienstbetoon aan de boerenstand noodzakelijk dat de boe renleenbank DE bank van het platteland wordt, waar de ge hele dorpsgemeenschap zijn bankzaken kan doen en ook doet en waar ook niet-boeren een lopende-rekening met crediet kunnen verkrijgen, waarvan de dekking vanzelfspre kend zonder meer ruimschoots voldoende moet zijn. De schrijvers van bovenstaande brieven, collega's, betui gen zonder uitzondering hun bijval aan kassier de Boer, die stellig tevreden zal zijn met de ondervonden steun en be langstelling. Deze gelijkgezindheid van verscheidene kassiers is voor ons natuurlijk geen verrassing, want wij kunnen ons best in denken, dat zij, strevende naar groei en bloei van hun bank, elk middel willen beproeven om deze groei en bloei te be werkstelligen. Deze voortvarendheid is alleen maar te loven en wij zijn er van overtuigd, dat het niet de slechtste kassiers zijn, die op deze wijze blijk geven van ondernemingszin. Nu komen de schrijvers dezer brieven allen uit wat wij als het Noorden betitelen, dus boven de grote rivieren. Dit is een feit, dat aantekening verdient. Moeten wij hieruit b.v. concluderen, dat het probleem in het Zuiden niet speelt? Of is hef probleem er wel, doch huldigt men een andere me ning? Wij zouden dat gaarne geweten hebben, want wij kun nen thans nog moeilijk aannemen, dat de opinie der vijf collega's representatief is voor al onze banken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 52