9753
In beide gevallen, of zo iemand nu een voorschot of een
crediet versfrekf wordt, zal hij lid moefen worden van de
bank. Waf de kassier-redacteur hierover schrijft, klopt m.i.
allerminst. Immers hij schrijft dat om de bekende fiscale reden
al deze lopende-rekeninghouders met crediet, lid moeten
worden van de bank. Hoe is het dan te rijmen, dat wanneer
deze categorie mensen een voorschot nemen, met hypothe
caire dekking of met borgtocht, ook lid moeten worden van
de bank?
En is het nu zo erg, dat de handeldrijvende middenstand,
die op de meeste plattelandsdorpen verreweg in de minder
heid is, lid wordt? In de steden zou het misschien anders lig
gen, maar daar zou dan mogelijk een andere oplossing ge
vonden kunnen worden. Wanneer naar aanleiding van het bo
venstaande het reglement van de boerenleenbank gewijzigd
zou kunnen of moeten worden om ook op normale wijze
credieten aan middenstandsbedrijven te verstrekken, dan zou
dit het rekening-courantverkeer aardig ten goede komen en
tevens de handeldrijvende middenstanders, die in een platte
landsgemeenschap thuis behoren, een grote dienst bewe
zen zijn.
Dit is een van de reacties op bovengenoemd onderwerp
en ik hoop dat meerdere zullen volgen.
Kassier Rouwenhorst van Haaksbergen: Ongetwijfeld zul
len de M. M. nr. 408 bij velen onzer de aandacht getrokken
hebben, zoals trouwens al de nummers, maar deze wel in
het bijzonder voor wat de brief van kassier de Boer van Slag
haren betreft, met betrekking tot de credietverlening buiten
de landbouw.
Wij vinden het, evenals kassier de Boer, een groot gebrek,
dat wij de niet-landbouwers geen crediet kunnen verstrekken.
Wij maken reclame, o.m. door de laatste reclamefolder over
,,'t Sociale doel der Boerenleenbank". Wij willen echter wel
het spaargeld van de niet-landbouwende bevolking en thans
mogen we dan een voorschot verstrekken, zelfs onder borg
stelling, maar een aanvraag om crediet in lopende-rekening
moeten wij angstvallig keren. Trots gaan wij er op, als wij
zeggen: „Wij doen alle bankzaken", doch hierbij moeten wij
steeds de reserve in acht nemen, niet over credietverlening
te spreken, want dan gooien we onze eigen glazen in.