9752
Ik zie in de hierbedoelde dorpsgemeenschappen de boeren
leenbank niet op de eerste plaats als bank voor de agra
rische bevolking, maar als de bank voor het platteland, i.c.
voor de gehele bevolking. Zou er nu langs de weg van plaat
selijke statuten- en/of reglementswijziging geen modus ge
vonden kunnen worden die alle belanghebbenden bevredigt,
zonder schade toe te brengen aan het geheel van onze
organisatie?
Tenslotte nog een opmerking over de konsekwenties, waar
over collega de Boer het heett. U noemt dit een inkonse-
kwentie, maar hierin ben ik het niet met U eens. U gaat hierbij
m.i. van een geheel foutief standpunt uit, door de niet-land-
bouwers als vreemden aan te merken. In die plaatsen waar
over ik hierboven schreef, met een belangrijk-overwegend
agrarische bevolking, zijn de middenstanders geen vreem
den, doch zij voelen zich geheel en al een met de hen om
ringende land- en tuinbouwers. Ik heb deze stelling tegen
over inspecteurs der C.C.B. reeds meermalen verkondigd,
zonder echter hiervoor een gewillig oor te vinden.
Ik hoop M.d.R. dat dit schrijven enig nut mag afwerpen
voor een gezonde ontwikkeling van ons boerenleenbankwe
zen ten plattelande.
Kassier Borgonjen van Oosterhout: In de M. M. van Mei
1954, waarin kassier de Boer van Slagharen een bal opwerpt
om ook credieten buiten de landbouw te verstrekken, is vol
gens onze mening en met mij meerdere kassiers uit de Betu
we, dit de weg die wij in de toekomst zullen moeten bewan
delen. Immers, waf is hierop tegen? Als een middenstander
geld van de boerenleenbank wil betrekken, kan hij dit krij
gen als voorschot met als dekking hypotheek of borgtocht.
Maar waarom hem dan geen crediet verstrekt?
Uit eigen ervaring weet ik dat het voor de handeldrijvende
middenstander niet erg aantrekkelijk is een voorschot op te
nemen en deze gelden dan te storten op een lopende-reke-
ning zonder crediet. Immers voor het opgenomen voorschot
zal hij een rente moeten vergoeden van 4%, terwijl hij voor
de credifgelden in lopende-rekening slechts 1% terug ont
vangt. Ja, zal men zeggen, dat is op de een of andere wijze
met kunst- en vliegwerk wel grotendeels te ondervangen.
Maar waarvoor al deze drukte?