9733 in het Tweede en Derde Uitvoeringsbesluit en in de Wet op de Ziekenfondsraad. Voorts zijn verschillende onderwerpen geregeld in een aantal andere wetten, Koninklijke Besluiten en in een groot aantal circulaires. Het geheel is er bijzonder onoverzichtelijk door geworden. Daar thans een ziekenfondswet in voorbereiding is, zullen wij ons beperken tot een overzicht van de belangrijkste be palingen van het thans geldende recht. Voor de werkgever is slechts van belang de verzekering van zijn werknemers, die zijn aangesloten bij een Algemeen Ziekenfonds. Wie als werkgever geldt, wordt beoordeeld naar de bepalingen van de Ziektewet. Verzekeringsplichtig zijn op de eerste plaats degene, die verzekeringsplichtig zijn ingevolge de Ziektewet. Daarnaast vallen nog een aantal andere categorieën van personen on der het Ziekenfondsenbesluit. De voornaamste hiervan zijn: 1. de arbeidscontractanten in dienst van een publiekrechte lijk lichaam met een eigen ziekengeldregeling; 2. degenen, die een uitkering ontvangen krachtens de Nood wet Ouderdomsvoorziening; zij betalen een vaste premie van 1,50 per maand, welke van de uitkering wordt afgehouden; 3. degenen, die een invaliditeitsrente, ouderdomsrente, we duwe- of wezenrente ontvangen van tenminste 125, per jaar. Ook zij betalen in het algemeen een vaste pre mie van 1,50 per maand; 4. zij, die een rente ontvangen op grond van de Ongeval lenwetten, indien zij voor 50°/o of meer arbeidsongeschikt zijn verklaard; in dit geval is geen premie verschuldigd. Bovenbedoelde verzekeringsplichtigen vormen de recht streeks-verzekerden; hiervan moeten worden onderscheiden de indirect-verzekerden, wier verzekering voortvloeit uit die van de rechtstreeks-verzekerden. De indirect-verzekerden zijn: 1. de tot het gezin van de rechtstreeks-verzekerde beho rende personen, jegens wie hij volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek onderhoudsplichtig is, wanneer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 29