9656
heden stuit, mag het jaar 1953 voor onze boeren en tuinders
in 't algemeen toch niet ongunstig worden genoemd. Dit
blijkt ook uit de cijfers der boerenleenbanken.
Bij alle boerenleenbanken samengenomen steeg het in-
leggersfegoed op spaarrekeningen met 157 millioen tot
1 milliard 873 millioen. Hiermede zijn de boerenleenban
ken, indien men uitgaat van ce totaal-bedragen aan ingeleg
de spaargelden, de grootste spaarbankorganisatie van ons
land gebleven. Daarna volgt de Rijkspostspaarbank met 1
milliard 400 millioen, spoedig gevolgd door de Bondsspaar
banken met 1 milliard 363 millioen.
Het is bekend, dat de boerenleenbanken de haar toever
trouwde gelden goeddeels in hun eigen kring uitzetten in
de vorm van credieten en voorschotten. De overschietende
gelden worden bij de Centrale Bank gestort. Deze hebben
dan ook tot taak de liquiditeit der boerenleenbankorgani
satie te waarborgen, d.w.z. zij houden flinke bedragen aan
in de vorm van op korte termijn belegde gelden om te allen
tijde te kunnen voldoen aan eventuele opvragingen van
spaargelden bij boerenleenbanken. Tegelijkertijd vervullen
de Centrale Banken de functie van bankier ten opzichte van
de grote centrale aankoop-, afzet- en verwerkingscoöpera
ties van land- en tuinbouw.
Waf het afgelopen jaar betreft, was de ontwikkeling zo
danig, dat de boerenleenbanken van de groep Eindhoven
60%, de boerenleenbanken van de groep Utrecht 30% van
de stijging der toevertrouwde gelden in credieten en voor
schotten hebben uitgezet. De toeneming van de uitzettingen
in eigen kring door de boerenleenbanken van de groep
Eindhoven is opvallend. Tot nu toe waren deze relatief ten
achter gebleven. Hieruit mag worden afgeleid, dat thans ook
in de zandgebieden, die overwegend door boerenleenban
ken van de groep Eindhoven worden bediend, allerwege
wordt overgegaan tot kostenbesparende bedrijfsverbeterin-
gen, waarvoor credieten of voorschotten bij de boerenleen
banken werden opgenomen. „Dit is ook hard nodig", vond
de Voorzitter van het Bestuur van de Centrale Bank te Eind
hoven, in zijn gebruikelijke jaarrede tijdens de Algemene
Vergadering van Maandag j.l., „opdat onze boeren sterk