9701
geven van uitzonderlijke kwaliteiten op organisatorisch ter
rein, dan zou hij, in het belang der vereniging, stellig als
bestuurder moeten kunnen optreden.
Wat is nu onze mening, na deze enigszins negatieve op
somming van stellingen? Wel, ondanks de moeilijkheden, die
zich zullen voordoen, moeten wij trachten aansluiting bij de
boeren- en tuindersstandsorganisaties te verwerkelijken.
Wij stellen ons voor, dat plaatselijk een aantal onzer om
aansluiting bij de boeren- en/ol tuindersbond verzoekt. Hier
mede zal de bal aan het rollen komen en kan een algemene
actie worden ingezet om iedere functionaris, die nog niet is
georganiseerd en wiens werkzaamheid ligt binnen het kader
van de nader te omschrijven invloedssfeer van de boeren-
en tuindersstand, te bewegen zich een plaats in de rijen
der georganiseerde katholieke en/of christelijke boeren en
tuinders te zoeken.
Bij de aanvrage van het lidmaatschap zullen wij geen ge
noegen moeten nemen met een aspirant- of hospitant-lid-
maatschap, doch het volwaardige lidmaatschap moeten eisen.
Hierbij vragen wij de steun van de 276 kassiers die reeds in
de Boerenbond georganiseerd zijn, hetzij als practisch boer
en dus volwaardig lid, hetzij als hospitant-lid. Ook zij moe
ten trachten de statuten gewijzigd te krijgen en de zaak
voerder, agent e.d. ter plaatse eveneens aansporen hetzelfde
te doen.
Laten wij niet langer buiten het organisatieleven blijven,
doch actief worden. Wij behartigen hiermede niet alleen onze
eigen belangen, doch ook die van onze boeren- en tuinders,
met wie wij veel gemeen hebben, teveel om ons afzijdig te
houden. Bovendien, en niet in de laatste plaats, versterken
we de christelijke gemeenschap en voldoen aan de wens
van de kerkelijke overheid om ons te organiseren, opdat
ook in het maatschappelijk leven de christelijke geest steeds
meer ingang vinde.
Zij, die onze aanvankelijke bezwaren delen en zich wel
licht verwonderen over bovenstaande advies, mogen be
denken, dat de knoop moet worden doorgehakt en dat men
beter over enige bezwaren kan heenstappen dan te berusten
in een passiviteit, waarmede niets en niemand gediend is.