9700 Er is voor de motivering van de C.C.B. veel te zeggen, doch het zwakke punt is, dat er van de 276 kassiers, die reeds in de Boerenbond zijn georganiseerd, het grootste gedeelte wel practisch boer zal zijn, terwijl er onder de 314 overigen niet veel boeren meer gevonden zullen worden. Deze 314, een meerderheid dus, met aftrek van de elders georganiseer- den, onderbrengen bij een standsorganisatie van boeren- en tuinders, is een moeilijke opgave. Ofschoon zulk een kassier leeft temidden der boeren en tuinders en er uiteraard grote waardering voor heeft, zullen de uitingen en aspecten van de boerenorganisatie hem niet het gevoel geven thuis te zijn; hij zal zich voelen als op visite bij een goede kennis. Hetzelfde geldt voor de zaak voerders, agenten e.d. Om nu tot het lidmaatschap van de plaatselijke afdelingen der standsorganisatie van de boeren en tuinders te kunnen worden toegelaten, dienen de statuten dezer verenigingen te worden gewijzigd in dien zin, dat functionarissen zoals kassiers, zaakvoerders en agenten geacht worden te voldoen aan de voorwaarden, welke voor het lidmaatschap dezer or ganisaties moeten worden gesteld, „met dien verstande, dat „men zich zou kunnen indenken, dat zij van het z.g. passief „stemrecht zouden worden uitgesloten". Wij kunnen ons indenken, dat van de zijde der organisa ties en hun bestuurders bezwaar zal worden gemaakt tegen de toekenning van het passief stemrecht, indien zij al bereid zijn om de statuten in de voorgestelde zin te wijzigen. Noch tans menen wij uitdrukkelijk te moeten stellen, dat degenen die, na eventuele statutenwijziging, wensen toe te treden tot het lidmaatschap der sfandsorganisaties, zowel het pas sief als het actief stemrecht dienen te bezitten. Als men van mening is, dat men in een bepaalde organisatie thuishoort en als de organisatie zulks accepteert, dan moeten er geen res tricties meer gemaakt worden. Men zou zich niet volwaardig voelen en dit zou zelfs de voornaamste reden kunnen zijn om zich niet te organiseren. Indien een plaatselijke afdeling b.v. een viertal functiona rissen, zoals de directeur der zuivelfabriek, de zaakvoerder, de kassier en de agent, als volwaardige leden zou opnemen, dan behoefde dit nergens tot ongewenste konsekwensies te leiden. Indien echter een dergelijke functionaris blijk zou

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 48