9699
den. Het woord is nu aan de Kassiers zelf, die van hun me
ning kunnen doen blijken hetzij in brieven aan onze kassier
redacteur, dan wel en dit laatste zal wellicht nog meer
efficiënt zijn in confact met de gewestelijke boerenbonden.
Het initiatief daartoe zou niet alleen van de gewestelijke
boerenbonden doch ook wel en misschien in de eerste plaats
van de kassiers dienen uit te gaan. In ieder geval, naar ons
voorkomt, niet van de Centrale Bank. Wij, aan de Centrale
Bank, stellen ons voorlopig op het standpunt, dat wij voor
lopig het onze hebben gedaan en met belangstelling wach
ten wij de verdere ontwikkeling af.
Eindhoven, Juni 1954.
DIRECTIE C.C.B.
Als wij de nuchtere cijfers bekijken, collega's, die de
C.C.B. ons hierboven bekend maakt, dan moeten wij voor de
zoveelste keer bekennen, dat de werkelijkheid vaak heel
anders is dan de veronderstellingen, die men maakt en dat
gissen heel vaak doet missen.
Dat er van de 590 kassiers 350 zouden zijn, die in de Boe
renbond georganiseerd zijn of wensen te zijn, hadden wij
nimmer durven denken, ofschoon aan te nemen was dat dit
de grootste groep zou zijn.
Dat er reeds 357 kassiers georganiseerd zijn, hadden wij
ook niet durven hopen, ofschoon het aantal ongeorgani
seerden toch nog respectabel is.
En dat er 15% van de kassiers de enquête niet beantwoor
den zou, hadden we helemaal niet gedacht en verwacht.
Maar de cijfers liggen op tafel en wij hebben de opdracht
om het vraagstuk nog eens ernstig te bekijken en ons een
oordeel te vormen over de gevolgtrekkingen die de C.C.B.
maakt.
De eerste en belangrijkste gevolgtrekking van de C.C.B.
is, „dat, naar ons voorkomt, de boeren- en tuindersbond als
„de passende standsorganisatie voor onze kassiers zou kun-
„nen worden aangewezen". De C.C.B. motiveert dit door te
stellen, dat de ambtsbediening van de kassier nauw verbon
den is met het wel en wee van de boeren- en tuinders
stand enz