9679 De fweede eis is echter veel zwaarder. Een brandkast, die 20 jaar geleden geacht werd forceringspogingen te kunnen weerstaan, zou nu veelal door een inbreker, die over de daar toe geëigende instrumenten beschikt, als een sardineblikje kunnen worden opengemaakt. Het gaat hier om de strijd tussen de brandkastentabrikanten en de inbrekers, waarbij de eersten de laatsten steeds moeten trachten voor te blijven. De steeds voortschrijdende techniek schept mogelijkheden, zowel voor de een als voor de ander. Was voorheen een bepantsering van glashard staal voldoen de, daar men hierdoor practisch niet zou kunnen boren, na de perfectionering van de snijbrander bleek een dergelijke bepantsering niet meer voldoende te zijn om deze te kun nen weerstaan. Daartoe moet weer een speciale zekerheid worden aangebracht in de vorm van een glashard, tevens snijproef pantser. We kennen nu verschillende soorten brandkasten, onder meer: A. Brandkasten met een boorproef pantser rondom de slo ten (Tar. O. en L. kasten), B. Brandkasten geheel gepantserd met boorproefstaal, C. Brandkasten ad. B., doch met snijproef staal rondom de sloten (P. kasten), D. Brandkasten met een geheel snijproef stalen bepantse ring, waarbij de deur van een extra zware pantserplaat is voorzien, en de wanden mogelijk een vulling van che mische middelen hebben, die bij verwarming door een snijbrander gasontwikkeling geeft. Dit laatste maakt een verder verblijf in de ruimte, waarin de kast staat, prac tisch onmogelijk (P. R. kasten), E. Gewapend beton brandkast met een deur zoals bij D. Wat voor een brandkast dient een boerenleenbank nu te bezitten of aan te schaffen! Hierop is maar één antwoord te geven en wel: Het beste is nauwelijks goed genoe'g! Het zal evenwel meestal een afweging worden van kosten van aanschaffing tegenover de voor- en nadelen van een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 27