9672
is verplicht er voor zorg te dragen, dat zo spoedig mogelijk
geneeskundige hulp verleend wordt, indien deze nodig is.
Indien het ongeval van die aard is, dat geneeskundige
hulp nodig is, is de werkgever verplicht met de meeste spoed
aangifte te doen van het ongeval bij de Afdeling van de
Bedrijfsvereniging, waarbij hij is aangesloten, op de wijze,
zoals dit door deze Afdeling is voorgeschreven. Is de werk
gever niet bij een Afdeling van de Bedrijfsvereniging aange
sloten, dan moet de aangifte geschieden bij de Rijksverzeke
ringsbank op een formulier, dat op ieder postkantoor ver
krijgbaar is.
Bij de aangifte moet mededeling gedaan worden omtrent
de naam en de woonplaats van de geneeskundige, die de
eerste hulp verleende, terwijl deze geneeskundige in de aan
gifte het tijdstip moet vermelden, waarop het ongeval plaats
vond. Voorts moet hij in de aangifte zijn oordeel geven over
de duur van de ongeschiktheid van de getroffene en over de
aard van het ongeval. De geneeskundige en de werkgever
moeten beide de aangifte ondertekenen.
De wet legt aan ieder de verplichting op om aan het Be
stuur van de Rijksverzekeringsbank alle gevraagde inlichtin
gen omtrent een voorgekomen ongeval te verschaffen. Ten
aanzien van de Bedrijfsvereniging bestaat deze verplich
ting niet. De Bedrijfsvereniging kan de nodige inlichtingen
over een plaats gehad hebbend ongeval slechts op basis
van vrijwilligheid inwinnen. Indien de Bedrijfsvereniging bij
haar onderzoek echter op gebrek aan medewerking zou stui
ten kan zij de hulp van het Bestuur van de Rijksverzekerings
bank vragen.
Het Bestuur van de Rijksverzekeringsbank en het Bestuur
van de Afdelingen van de Bedrijfsvereniging zijn bevoegd
de getroffene, die verzekerd is voor rekening van de Rijks
verzekeringsbank, onderscheidenlijk de Afdelingen van de
Bedrijfsvereniging, op te roepen om hem te ondervragen of
door deskundigen te doen ondervragen en onderzoeken. De
bevoegdheid om de getroffen arbeider op te roepen, te on
dervragen en te onderzoeken komt ook toe aan de medisch
adviseur van de Bedrijfsvereniging en aan de controlerend
geneeskundige van de Rijksverzekeringsbank. Indien de ge
troffene zonder redelijke grond weigert aan een en ander
te voldoen, kan een schadeloosstelling worden geweigerd