9668
in, dat van een getroffen arbeider, die nief langer meer ge
schikt is om zijn oude beroep uit te oefenen, niet gevergd
wordt, dat hij maatschappelijk lager staande arbeid aanvaardt,
waartoe hij de geschiktheid nog wel bezit.
Het bedrag van de rente, die zoals hierboven werd ver
meld 70% van het dagloon bedraagt, kan, indien de getrof
fene in een blijvende toestand van hulpbehoevendheid ver
keert, die voortdurende verzorging nodig maakt, tot 100%
van het dagloon worden verhoogd, indien de rente, gezien
de omstandigheden, waarin de getroffen arbeider verkeert,
anders niet toereikend zou zijn.
Onder dagloon verstaat de wet het bedrag, dat de arbeider
toen het ongeval hem trof, gemiddeld per dag genoot in de
onderneming, waarin het ongeval plaats greep. Voor de
vaststelling van de geldelijke schadeloosstelling komt echter
het dagloon, dat meer bedraagt dan 15,voor dat meer
dere niet in aanmerking.
Indien de verzekerde tengevolge van het hem overkomen
ongeval overleden is, kunnen de navolgende schadeloosstel
lingen worden uitgekeerd:
1. De begrafeniskosten, met een maximum van dertigmaal
het gemiddelde dagloon van de overleden arbeider.
2. een rente aan de nagelaten betrekkingen van de overle
dene, ingaande op de dag na het overlijden van de ver
zekerde.
Deze rente bedraagt:
a. voor de weduwe 30% van het dagloon,
b. voor elk wettig kind of stiefkind 15% van het dagloon,
welk bedrag wordt verhoogd tot 20% van het dagloon,
indien het kind door het overlijden geheel ouderloos
wordt.
Ook aan de ouders, grootouders, ouderloze kleinkinderen
en schoonouders van de overledene, voor wie de verzekerde
kostwinner was, kan een rente worden toegekend.
De renten, toegekend aan de nagelaten betrekkingen van
de overleden arbeider, kunnen echter fezamen nooit meer
bedragen dan 60% van diens dagloon.
Indien de weduwe hertrouwt, eindigt de rente; zij ontvangt
dan echter een afkoopsom van haar rente, gelijk aan het be
drag van tweemaal haar jaarrenfe.