9666
die slechts enige uren per week zijn kassierswerkzaamheden
verricht, doch daarnaast een ander beroep uitoefent, niet in
dienst van de Boerenleenbank is. Hierbij werd in aanmerking
genomen, dat de werkzaamheden en de hiervoor toegekende
vergoeding slechts gering waren, terwijl de kassier vrij was te
bepalen, wanneer hij zijn werkzaamheden zou uitvoeren.
Uit de jongere rechtspraak blijkt echter, dat de Centrale
Raad van Beroep, het hoogste rechtscollege op het gebied
der Sociale Wetgeving, thans eerder geneigd is in een der
gelijk geval een dienstverhouding tussen de Bank en de Kas
sier aan te nemen.
Nagenoeg alle bij de Centrale Bank aangesloten Boeren
leenbanken zijn dan ook zonder twijfel verzekeringsplichtig
in de zin van de Land- en Tuinbouwongevallenwet.
Behalve op de hierboven bedoelde loonarbeiders heeft
de wetgever de wet ook toepasselijk verklaard op enige an
dere categorieën van personen, die weliswaar geen arbeider
zijn in de hierboven bedoelde zin, doch die economisch een
nagenoeg gelijke positie innemen.
Hieronder valt op de eerste plaats degene, die persoonlijk
in aangenomen werk arbeid verricht, die verband houdt met
een verzekeringsplichtig landbouw-, veehouders-, tuinbouw-
of bosbouwbedrijf, (b.v. iemand die aanneemt tegen een
bepaald bedrag een perceel land te ploegen). Een en ander
geldt echter niet, indien het Bestuur van de Rijksverzekerings
bank heeft beslist, dat de aannemer zelf een verzekerings
plichtig bedrijf in de zin van de Ongevallenwet of Land- en
Tuinbouwongevallenwet uitoefent.
Op de tweede plaats is krachtens vorenbedoelde gelijk
stelling verzekerd degene, die persoonlijk tegen beloning
doch niet in dienstverhouding bepaalde in een bij
Algemene Maatregel van Bestuur aan te geven werkzaam
heden verricht. Deze personen werden geacht in dienst te
zijn van degene, ten behoeve van wiens onderneming deze
werkzaamheden worden verricht. Bij Algemene Maatregel
van Bestuur van 19 Januari 1951 zijn onder meer aangewezen
de navolgende beroepen: het bezorgen van- en venten met
voedingsmiddelen, het vervoeren van veldvruchten, melk en
zuivelproducten naar de fabriek, het schoonmaken van land
en tuinbouwproducten, het oogsten van fruit-, land- en tuin-
bouwgewassen en voorts diverse andere werkzaamheden,