9650
vertegenwoordigd en zelfs de meerderheid in ledenverga
dering en bestuur voor de boeren en tuinders verloren kun
nen gaan. Want men zou, om de bekende fiscale reden, al
deze lopende-rekeninghouders met credief lid moeten laten
worden. Dit zou werkelijk tot een fatale ontwikkeling kunnen
leiden met grote nadelen tegen betrekkelijk geringe voorde
len. Neen, collega's, tegen zulk een ontwikkeling moeten wij
ons voorshands krachtig verzetten, want hiermede is het be
lang van de boerenleenbanken in het algemeen absoluut
niet gediend.
Iets anders is hef, of hier en daar voor de hierboven ge
schetste ontwikkeling, gezien de plaatselijke omstandigheden,
niet het minste gevaar bestaat. Er zullen stellig plaatsen zijn,
waar de boeren- en tuinders een dusdanig groot overwicht
hebben, dat er geen vrees bestaat, dat zij hef ooit zullen ver
liezen. Maar daar kan men met een beetje tact en een beetje
praten en na persoonlijk overleg met de C.C.B. toch wel een
modus vinden om de zaak te doen rollen?
Vreemd doet het aan, dat onze collega zegt: „Maar dan
moeten wij de konsekwenties aanvaarden, dat wij de niet-
landbouwers vervreemden van de Boerenleenbank, met als
gevolg geen spaargelden.Dit is een inkonsekwentie, want
wij kunnen hen niet vervreemden, omdat zij reeds vreemden
zijn en slechts door ons worden opgenomen met bepaalde
bedoelingen, op bepaalde voorwaarden en voor zover wij'
dit wenselijk en nuttig achten. Voorts is het verband met het
aannemen en plaatsen van spaargelden geheel onjuist, want
een middenstander, die behoefte heeft aan crediet in lopende
rekening, zal wellicht nimmer een spaarder zijn. En de spaar
der zal voor zuiver spaargeld geen contact zoeken met een
handelsbank.
Dit, collega van Slagharen, is reeds de eerste reactie op
Uw brief. Maar wij willen gaarne de volgende keer het woord
laten aan andere kassiers, die ongetwijfeld over dit onder
werp ook hun mening hebben. Laten zij er gerust mee voor
de dag komen.
KASSIER-REDACTEUR.