9553
ken, dat Nederland geen van deze producten-overeenkom
sten worden opgedrongen. Andere delegaties, b.v. die van
Frankrijk, zullen Nederland een dergelijke houding zeker
kwalijk nemen. Maar daarvan moeten wij ons maar niets aan
trekken. Frankrijk past al decennia lang een verregaand pro
tectionisme toe. Bij de verhoging van het Franse liberalisatie
percentage (beneden de verlichte 75%) komt de landbouw
met 40% weer achteraan.
De tijd is momenteel allesbehalve gunstig voor de tot
standkoming van een werkelijke eerste stap op de weg van
een landbouwintegratie. Voor de meeste agrarische produc
ten is de tijd van schaarste voorbij en gedurende het laatste
jaar zijn de prijzen van de landbouwproducten aanzienlijk
gedaald. In nagenoeg elk land is de roep van de landbouw
om meer overheidshulp en -bescherming sterker geworden.
Ook op politiek terrein (Europese Defensie Gemeenschap,
Europese Politieke Gemeenschap) gaat het niet vlot met de
Europese eenwording. De Nederlandse land- en tuinbouw
mag derhalve voor de eerstkomende jaren weinig of niets
van een West-Europese landbouwintegratie verwachten. Dit
betekent, dat de handelsbeperkingen tussen Nederland en
andere landen en daarnaast ook de afspraken en besprekin
gen, betrekking hebbend op vermindering van de handels
belemmeringen (in het kader van de O.E.E.C. en de G.A.T.T.),
voor onze land- en tuinbouw van uiterst belangrijke bete
kenis zullen zijn.
GELD EN KAPITAALMARKT.
Op de beurs blijft het aandeel in het centrum van de be
langstelling. De 20% bonus van Koninklijke Olie, de bij
stempeling van aandelen Philips, de notering van A.K.U.
fe New York en de verwachte introductie aldaar van Unilever,
verder de uitnemende resultaten van al deze maatschappijen
en van vele andere binnenlandse ondernemingen, die fraaie
berichten en forse dividendverhogingen in snelle opeenvol
ging de wereld in sturen: het zijn alle evenzovele factoren
om de aandelenmarkt in het brandpunt van de belangstel
ling te houden.