9581 Onze mening is dus vanzelf een meer zakelijke en onpersoonlijke atmosfeer ont staan; het zou struisvogelpolitiek zijn dit nog langer te ont kennen. Onze mening, collega's, hebben wij hierboven nu eens heel openhartig neergeschreven, misschien te openhartig, want in de regel zegt men niet direct alles wat men denkt. Doch wellicht is de zaak ermede gebaat als men zijn erva ring en opinie eens gemeengoed laat worden. Wellicht kan er iets gewijzigd worden. Waarschijnlijk moe ten we allereerst de hand in eigen boezem steken en na gaan of wijzelf hier en daar tekort zijn geschoten. Mogelijk kan ook de C.C.B. iets ontdekken dat aan onze moeilijkhe den tegemoet komt, zonder dat de eigenlijke controle in het geding komt. En hiermede eindigt onze solo in mineur. Want wij vinden het uiteindelijk toch niet zo'n animerend artikeltje. Hebben wij misschien de zaak te pessimistisch bekeken? KASSIER-REDACTEUR. Aan de Kassier-Redacteur. De Inspectie van de Centrale Bank heeft uiteraard de uit eenzetting over de gang van zaken mef betrekking tot de boekjescontröle op de Boerenleenbank van de kassier-redac teur met belangstelling gelezen. De kassier-redacteur vraagt zich af, of de brief van het Bestuur van de Boerenleenbank te Kethel in de Maandelijkse Mededelingen van Februari kan gelden als de gemiddelde ervaring van alle besturen. De kassier-redacteur grondt zijn mening op gesprekken met collega's en op zijn eigen erva ring. Wij verhelen niet, dat men hier en daar nog wel een steek heeft laten vallen, maar wij zijn ervan overtuigd, dat op de meeste boerenleenbanken de boekjescontröle, een der belangrijkste taken van de beheerders, met de nodige zorg en ijver heeft plaats gevonden. Indien wij nu verder op de mededelingen van de kassier-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 37