9568 Bureau Federation (opgericht in 1920, thans verreweg de grootste landbouworganisatie met meer dan 1,5 millioen aan gesloten boerengezinnen). Onderling werken deze organi saties practisch niet samen, maar elk hunner heeft in de loop van de jaren in het uitgestrekte Amerika, waar voor zo enorm veel coöperaties plaats is, op de eigen werkterreinen de land bouwcoöperatie bevorderd: de Grange vooral in de crisis jaren tussen 1870 en 1880 (zij ijverde o.m. voor een goede credietvoorziening in de landbouw); de N.F.U. na 1900, oor spronkelijk in het Zuidelijk katoengebied, later meer in het Noorden, vooral door oprichting van graanverkoopverenigin- gen (zij stichtte de G.T.A. in St. Paul, Minnesota, de grootste graanverkoopcoöperatie ter wereld) en tenslotte de Ameri can Farm Bureau Federation, die uiteraard na 1920 vooral in de mais-zöne werkte. Ook de Amerikaanse overheid is de coöperatie gunstig gezind. Sinds 1911 koestert het Departement van Landbouw in de Verenigde Staten een grote belangstelling voor de landbouwcoöperatie. Men onderzocht in dat jaar de coöpe ratieve afzet van katoen in de staat Texas. Zoals bekend wo nen in Texas, evenals in vele andere Zuidelijke Staten, veel negers die zich na de afschaffing van de slavernij zelfstandig als kleine boer konden vestigen. Deze katoenboeren zijn doorgaans kleine boeren die vaak een zorgelijk bestaan lei den. In 1913 stelde President Wilson een commissie in die in verscheidene landen van Europa ook in Nederland de landbouwcoöperaties bestudeerde en daarover uitvoerig rapport uitbracht. Sindsdien besfond bij de regering niet slechts belangstelling, maar werd de coöperatie van rege ringswege positief bevorderd. De Amerikaanse overheid be grijpt dat de meeste landbouwbedrijven (75%), evenals in Nederland, gezinsbedrijven zijn, die enerzijds onmisbaar zijn in de nationale economie en die anderzijds bij de steeds sterker geconcentreerde concurrentie van de grootbedrijven zich alleen kunnen handhaven wanneer zij samenwerken, „coöpereren". De overheid wil deze gezinsbedrijven hand haven, ook om zuiver ideële (sociale) motieven. In het kort verliep de ontwikkeling van de overheidsacti viteit als volgt: in 1913 deed het Departement van Landbouw een marktonderzoek naar coöperatieve aankoop en coöpe ratieve afzet. In 1915 ontwierp het een administratie voor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 24