9566
tisch tengevolge dat het accent meer dan in Nederland valt
op aan de techniek verwante en voor de techniek benodigde
goederen. Bovendien heeft de Amerikaanse boer doorgaans
een technische hobby, die hem brengt tot het zelf doen van
reparaties en tot het zelf bouwen en schilderen van zijn eigen
(houten) boerderij. De Amerikaan is een pionier die niet
houdt van kunstmatig gelegde vakgrenzen, en die ook daar
om meer van zijn coöperatie vraagt dan alleen wat poot-
aardappelen of zaaizaad. Het rapport spreekt bovendien van
een tendenz bij de coöperaties om behalve in bedrijfsbeno-
digdheden tevens te handelen in huishoudelijke artikelen, zo
als koelkasten, borstelwerk, schrijfbehoeften e.d. Het is in
Amerika ook geenszins abnormaal dat een z.g. „aankoop-"
of „afzet-" of „verbruikscoöperatie" zelf gaat fabriceren
men denke aan het hierboven genoemde voorbeeld en dat
een aankoopcoöperatie tevens afzetcoöperatie is of anders
om. De eierafzetvereniging koopt tevens kippenvoer, de
fruitafzetvereniging koopt tevens kunstmest e.d. Deze dingen
zijn mede een gevolg van het feit dat de landbouwbevolking
in de Verenigde Staten erg verspreid woont. Men vindt er
niet de boerderij-dorpen, zoals wij die kennen; elke boer
derij staat apart in het midden van de eigen grond van de
boer. Voor de boeren allen voorzien van een auto en in
de zomer veelal vacantiehoudend in het subtropische Florida
(voor velen 2000 km. van huis) is de coöperatie het cen
trum dat hen van practisch alle benodigdheden voorziet.
Uit het gegeven voorbeeld leide men niet af dat elke
coöperatie in de Verenigde Staten tot een reusachtig geheel
zou uitgroeien. Ook in Amerika kunnen proefnemingen mis
lukken, zoals het rapport duidelijk vermeldt. Maar ook bij
mislukkingen is de Amerikaan doortastend, ja zelfs drastisch:
blijkt na een half jaar dat de zaak niet rendeert, dan gooit
hij zijn plannen grondig overboord en neemt hij zijn verlies.
Wij citeren een enkele passage ter illustratie: „Niet zelden
verdwenen coöperaties voor zij goed en wel hun poorten
geopend hadden of kort daarna. Een typerend voorbeeld is
de in 1922, overigens na zorgvuldige studie met de mede
werking van de American Farm Bureau Federation opgerichte
United States Growers Associafion. Dit was een groots opge
zette nationale afzetcoöperatie voor granen. Aan het hoofd
kantoor te Chicago waren afzonderlijke afdelingen verbon-