9560 nog enigerlei aanspraak tof bij- of terugbetaling kan worden ontleend. De gelegenheid is destijds geboden om kleine schaden (tot 1000,waarop een voorlopige uitkering kon wor den gegeven, ineens met een vast percentage af te maken. Met betrekking tof enkele duizenden gevallen is daarvan in afdeling A gebruik gemaakt. Het uitkeringspercentage voor 1945-A volgens deze „Afmaakregeling" bestond uit hef geldende percentage voor de voorlopige uitkering met een opslag voor de slotuitkering, in totaal 84%. Bij hef aan bod was gesteld, dat deze schatting niet ver van de werke lijke definitieve uitkering zou afliggen. Dit blijkt nu anders te zijn en daarom kan, aangezien de mogelijkheid er voor aanwezig is, in uitzicht worden gesteld, dat ook alle afge maakte gevallen uit 1945 alsnog volledig zullen worden ver goed. Betrokkenen zullen het verschil later gesuppleerd krijgen. Gesplitste schaden: Er zijn enkele duizenden gevallen, die deels in 1944 en deels in 1945 moesten worden geboekt. Dit is op basis van 50/50 geschied voor een groot aantal scha den, waarvan de juiste schadedatum onmogelijk meer kon worden bepaald. Wij zullen de uitbetaling op het schade- deel-1945 voor deze gevallen moeten aanhouden tot ook 1944 kan worden afgerekend, opdat zij dan ineens kunnen worden afgedaan. Wij wijzen er op, dat de schade-uitkering nog steeds volgens wettelijk voorschrift gesfort moet worden bij de Herstelbank op een rekening van de verzekerde. Schade- uitkeringen tot ten hoogste 1000,en uitkeringen op huisraadschade, ongeacht het bedrag, zijn daarvan vrijgesteld en worden door ons rechtstreeks betaalbaar gesteld. Te verwachten is, dat er na volledige afrekening en li quidatie van dit verzekeringsjaar, althans wat de Afdeling A 1945 betreft, nog enig saldo overblijft. Hoe groot dit zal zijn, kan pas bij de definitieve afsluiting worden vastgesteld. Loont het de moeite en aanzienlijke kosten niet om een der gelijk saldo tot verdeling en restitutie over 50.000 uiteen lopende omslagen aan te wenden, d.i. als het, zoals de polis bepaalt, daarvoor naar het oordeel van ons Bestuur niet voldoende is, dan wordt hieraan volgens de statuten on zer instelling een passende bestemming gegeven. In dit geval

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 16