9536 Halve even doen. Maar stel nu eens, dat een bedrag moet worden overgemaakt naar een instelling of een persoon, die in of bij Roermond is gevestigd en die in contact staat met ons Agentschap aldaar. Stel verder, dat de opdrachtgever meent, dat zijn crediteur een rekening heeft bij dat Agent schap. Hij zal vermoedelijk van „Boerenleenbank" spreken. Hij zal dan als begunstigde vermelden: Jansen, rekeninghou dend bij de boerenleenbank te Roermond. De veronderstel lingen zijn wel allemaal Merkwaardig, maar ze zijn toch Mo gelijk. De practijk bewijst ons dat. En zo wordt dan de On juiste Overboeking geboren, waarop een brief in onze Brie venbus ons wees: „Mijnheer", zo schreef men ons letterlijk, „moeten wij daaraan niet rigoureus een einde maken?" Nu moet U weten, hoe omzichtig onze afdeling Giro in dergelijke moeilijke omstandigheden te werk gaat. Zij doet alsdan eenvoudig denken aan een porceleinkast: Eerst leest zij de opdracht nog eens zorgvuldig na om te zien, of er niet tóch een andere bank is genoemd. Stel echter, dat is niet het geval. Dan ontcijfert zij de naam van de begunstigde. Nemen wij verder aan, dat deze naam op den duur werkelijk te lezen is. Dan rent de afdeling Giro naar de afdeling Boek houding, teneinde daar na te gaan of genoemde begunstigde wellicht een rekening heeft bij de Centrale Bank. Nu zijn er twee mogelijkheden: heeft Jansen inderdaad een rekening bij ons, dan wordt die rekening gecrediteerd. Maar stel hij heeft in Eindhoven geen rekening. De afdeling Giro grijpt zich dan naar hare reeds grijzende haren, sluit zorgvuldig de ogen, zet zich de duimen achter het vest en verzinkt in ge peins. Wat moet je doen met opdrachten, ten gunste van een onbekende, rekeninghoudend bij een onbekende bank? U moet namelijk weten en daar gaat het om dat de reke ningen van de relaties van het Agentschap Roermond niet bij dat Agentschap worden geadministreerd, maar in Eindhoven bij de Centrale Bank zelf. Wij willen maar zeggen: bij giro-opdrachten ten gunste van een cliënt „rekeninghoudend bij het Agentschap Roer mond" of bij de „Boerenleenbank" Roermond, bij zulke op drachten zit het venijn in de staart van de opdracht zelf, die, wanneer ze juist was, zou luiden ten gunste van Jansen „re keninghoudend bij de Coöperatieve Centrale Boerenleen bank te Eindhoven". Wij hopen oprecht nooit weer zulke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 52