9492
2. hef geven van algemene voorschriffen voor de bedrijfs
voering der geregistreerde credietinstellingen in het be
lang van de solvabiliteif en de liquiditeit dezer instellin
gen (art. 11z.g. bedrijfseconomische voorschriften).
De bedrijfseconomische voorschriften.
De met De Nederlandsche Bank gevoerde besprekingen
hadden zowel betrekking op sociaal-economische als op
bedrijfseconomische voorschriften. Wat de laatste soort voor
schriften betreft, waren wij evenwel al eerder tot de afspraak
gekomen, dat De Nederlandsche Bank dergelijke voorschrif
ten niet zou geven voor de bedrijfsvoering van de indivi
duele boerenleenbanken. Wat dit toezicht betreft, neemt De
Nederlandsche Bank genoegen met het toezicht van de Cen
trale Bank, waarbij wij evenwel hebben te handelen naar aan
wijzingen van De Nederlandsche Bank, voor zoveel wij op
treden als orgaan, waaraan De Nederlandsche Bank haar be
drijfseconomisch toezicht op de aangesloten boerenleenban
ken heeft overgedragen. Als zodanige aanwijzing geldt, dat
voorschriften, neergelegd in of gegeven op grond van sta
tuten en huishoudelijke reglementen hetzij van onze Centrale
Bank of van aangesloten boerenleenbanken, inzake toezicht
op de bedrijfsvoering, voor zover deze betrekking hebben
op de solvabiliteit en de liquiditeit van de afzonderlijke boe
renleenbanken, onveranderd van toepassing blijven en niet
zullen worden ingetrokken, aangevuld of gewijzigd anders
dan in overleg met De Nederlandsche Bank.
Wel heetf De Nederlandsche Bank in overweging genomen
om ter uitvoering van art. 11 der Wet algemene voorschriften
te geven voor de bedrijfsvoering van de Centrale Bank. Deze
zullen betrekking hebben resp. op de handhaving van een
voldoende liquiditeit en een voldoende solvabiliteit. Krach
tens het liquiditeitsvoorschrift zal de Centrale Bank tegenover
de gelden van derden, waaronder ook de tegoeden van boe
renleenbanken zijn begrepen, een bepaald percentage z.g.
liquiditeiten of op korte termijn realiseerbare beleggingen
moeten aanhouden. Krachtens het solvabilifeitsvoorschrift zal
de Centrale Bank tegenover verschillende soorten uitzettin
gen over een bepaald percentage aan „eigen vermogen"
(kapitaal en reserves) dienen te beschikken.