9520 De Financierings- en Premieregeling Oorlogsschade Boer derijen geldf alleen voor boerderijen, die onherstelbaar be schadigd of zodanig beschadigd zijn, dat voor het herstel bijzondere kennis en ervaring op het gebied van de boerde- rijenbouw nodig of gewenst is. Dezelfde begrippen dus als gebezigd zijn in de Bijdrageregeling Watersnoodschade Boerderijen 1953 (zie vorenstaand artikel), doch de inhoud dezer begrippen is in de onderhavige regeling een andere. Ter beoordeling of een boerderij hetzij onherstelbaar be schadigd hetzij zodanig beschadigd is, dat voor het hersiel bijzondere kennis en ervaring op hef gebied van de boer- derijenbouw nodig of gewenst is, worden n.l. alle opstallen als een geheel in aanmerking genomen. De aard en omvang van de beschadiging van het geheel beslist of er sprake is van een beschadigde boerderij in de zin van de Financie rings- en Premieregeling Oorlogsschade Boerderijen. Valt een beschadigde boerderij er niet onder, dan gelden voor deze dezelfde regelingen als voor een beschadigd gebouw in de zgn. burgersector. Evenals zulks het geval is in de Bijdrageregeling Waters noodschade Boerderijen wordt ook in de onderhavige rege ling gewerkt met de grondslag maximum bouwsom en een investeringspercenfage. De bepaling van de maximum bouw som en van het investeringspercentage geschiedt op dezelf de wijze als in het vorenstaande artikel over de Bijdrage regeling Watersnoodschade Boerderijen is aangegeven. De financiering verschilt echter van die van de Bijdrageregeling Watersnoodschade Boerderijen, daar het watersnoodschade- recht geen credieten met uitgestelde bijdrage kent. De financiering van de bouw of het herstel van boerde rijen binnen het kader van de onderhavige regeling geschiedt met de navolgende middelen: A. de in het Grootboek voor de Wederopbouw ingeschre ven bijdrage; B. het door de getroffene zelf te verschaffen investerings percentage; C. een door de getroffene zelf te verschaffen bedrag, gelijk aan dat gedeelte der werkelijke kosten, hetwelk een ge volg is van bijzondere voorzieningen, grotere woning en minder sobere bouw;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 32