9502 stond kortsluiting. Schatkistpapier kon slechts mondjesmaat worden verworven en dan tegen sterk verlaagde tarieven. Uiteindelijk deed het jaars-schatkistpapier nog slechts Y^lo. Een en ander heeft niet nagelaten invloed uit te oefenen op de verlies- en winstrekening van de Centrale Bank. Deze im mers ging in het begin van het jaar 1953 over tof een verho ging van de rentevergoeding over de tegoeden van de boe renleenbanken bij de Centrale Bank en deed deze rentever hoging gedurende het gehele jaar gestand, ondanks dat bij het bankwezen in het algemeen de credit-renfetarieven wer den verlaagd. De rente-inkomsten van de Centrale Bank lie pen terug van 2,6 tot 2,3 millioen. Ook de provisie-in komsten staan lager te boek evenals de z.g. andere baten. De verlies- en winstrekening sluit met een winst van 109.713, nadat, behalve de gewone afschrijvingen, nog de navolgende afschrijvingen of reserveringen zijn toegepast: Bouwreserve 75.000,— Reserve voor bedrijfsrisico 250.000, Reserve voor belasting 175.000, Nadelig saldo koersverschil beleggingen 542.759, 1.042,759,— Winstsaldo volgens verlies-en winstrekening 109.713, f 1.152.472,— af: belastingen l( 175.000,— Brufo-winstsaldo 977,472, De winstverdeling is zoals gebruikelijk. Naast een dividend uitkering van 6% kon aan de open reserve 71.585,— wor den toegevoegd. Van belang is nog het in verband met de stijging van de rente-stand telkenjare ten laste van de ver lies- en winstrekening gebrachte verlies, dat ontstond bij af storting van fondsen, waarvan de beurswaarde beneden boek waarde lag. Hef resultaat daarvan komt in de navolgende cijfers tot uitdrukking. Naar de op de balans opgenomen boekwaarde bedraagt de waarde van de genoteerde effecten ruim 97,3 millioen. De beurswaarde daarvan beliep even- wel 101,5 millioen of 4,6 millioen meer. Daarnaast ver meldt de balans de navolgende open reserves:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 14