Spaargelden 1951 1952 1953 9498 Hiervan mag een sanerende invloed op de vraag- en aan bod-verhoudingen op de geldmarkt worden verwacht, waar van ook wij op de duur voordelen hopen te plukken. Het is dan ook alleszins gemotiveerd, dat onzerzijds een passende medewerking aan de tot standkoming van deze regelingen is verleend. Wij zijn De Nederlandsche Bank erkentelijk, dat zij bij de besprekingen, die tot de beschreven regelingen hebben ge leid, een open oog getoond heett voor de eigen plaats en betekenis van de boerenleenbanken met haar gecombineerd crediet- en spaarbankbedrijf voor het platteland, dat als zo danig en mede door haar sterke sociale inslag als tinanciëel verzorgingsinstifuut voor land- en tunibouw de bijzondere aandacht behoeft bij de tenuitvoerlegging van maatregelen als de onderhavige. HET JAAR 1953 IN CIJFERS. Aan de hand van de maandstaatcijfers en andere beschik bare statistische gegevens van de boerenleenbanken zijn wij in staat een eerste voorlopig overzicht te geven van de ontwikkeling der bedrijvigheid bij de boerenleenbanken gedurende 1953. In aansluiting daaraan laten wij ook volgen de tegen het einde van Januari bekend geworden cijfers van de verlies- en winstrekening en balans van de Centrale Bank per ultimo 1953. In het jaarverslag over 1953, dat wij straks aan de boerenleenbanken toezenden, zal deze ontwikkeling nader worden toegelicht. Omzetten van de boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, Eindhoven: (in duizenden gulden) Inlagen 251.004 273.945 274.615 Terugbetalingen 241.377 249.370 244.769 Lopende rekeningen Tegoedgeschreven 835.034 972.621 1.073.813 Afgeschreven 829.375 950.359 1.067.661

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 10