9436
liard gulden en bij de 1323 boerenleenbanken, aangesloten
bij een der Centrale banken, zijn ruim 1,8 milliard gulden als
spaargelden ingelegd.
De betekenis van de boerenleenbanken als crediet- en
voorschotbank en als beleggingsinstellingen, spreekt voor
zich zelt, indien ik vermeld, dat de als zodanig geplaatste uit
leningen van de boerenleenbanken tot een gezamenlijk be
drag van ruim 910 millioen gulden 60%> bedragen van de
uitleningen der als handelsbanken geregistreerde credietin-
stellingen, waaronder vallen alle z.g. grootbanken in de stad.
Het economisch wonder van deze ontzaggelijke ontwik
keling, die met niets anders begon dan met de door de
Christelijke naastenliefde geïnspireerde sociale daad, kan
slechts verklaard worden door het hechte economische bind
werk van een gezonde liquiditeit en een passende rendabili
teit. De liquiditeit gaf en geeft de spaarders de zekerheid,
dat zij altijd en iedere dag weer over hun spaargelden kun
nen beschikken. De passende rendabiliteit was en is de voor
waarde voor de vorming van de tientallen millioenen guldens
aan reserves, waardoor de onbeperkt aansprakelijke leden en
de spaarders zich beschermd weten. In economisch opzicht
was en is daarnaast voor de ontwikkeling van de boerenleen
banken van grofe betekenis, dat zij meer en meer uit zijn op
het verschaffen van een efficiënt dienstbetoon met name in
het betalingsverkeer, waardoor de boerenleenbanken de on
misbare schakel zijn tussen het Nederlandse platteland en alle
belangrijke financiële centra in binnen- en buitenland.
Daarbij komf in het bijzonder voor onze boerenleenbank
organisatie van Eindhoven de idealistische inslag, tot uitdruk
king komende in de statutaire grondregel, dat de samenwer
king der leden in de boerenleenbank gericht is op de hand
having van een Christelijke maatschappij, waarin godsdienst,
huisgezin en eigendom als grondslagen erkend en geëerbie
digd worden. Door deze idealistische inslag is ook de samen
werking bestendigd met gelijke doeleinden nastrevende ka
tholieke en christelijke sfandsorganisaties van boeren en tuin
ders, die zoals ik reeds zei, ook aan de wieg stonden van
het Nederlandsche landbouwcrediet. Moge zij ook in de toe-