9465 nu aan rente van het grond- en gebouwenkapitaal (netto pachtwaarde) overblijft, kan als volgt worden berekend: Pacht van los land per ha. 135, Pacht van de woning per jaar, 425, per ha. 425,30) 14, Pacht der gebouwen per ha. 35, Totaal per ha. 184,(1) Eigenaarslasten per ha.: onderhoud en assurantie woning en gebouwen 35, afschrijving woning en gebouwen 12, grond en polderlasten 33, 80,-(2) Neito-pachtwaarde per ha. (12) 104, Bij een koopprijs van 4.200,per ha. verkrijgt men dus een netto-pachtwaarde van 104,d.i. 2,5 pet., het geen een redelijk resultaat is, wanneer men bedenkt, dat de lange rentestanden in 1951 en 1952 resp. 3,42 en 3,41 be droegen2) en dat het in land en gebouwen geinvesteerde kapitaal ook voor de oorlog ongeveer 0,75 tot 1 pet. be neden dat der vaste beleggingen lag. Men zou naar voren kunnen brengen, dat de pachtnorm voor het losse land t.o.v. die der gebouwen te hoog ligt, omdat het eerste een rendement geeft van 3 pet. en er geen reden is, een verschil te maken. Men dient echter wel te bedenken, dat het uit het oogpunt van pacht- en koop- prijsbeleid thans uiterst moeilijk is, de pachtnormen van land te drukken. Bovendien nog dit: toen er nog geen pacht- prijsbeheersing was, was er vrijwel geen verschil in de pacht van los land en die van boerderijen, hetgeen dus beteken de dat zelfs de op de gebouwen drukkende lasten niet ge honoreerd werden. De conclusie mag dan ook zijn, dat de nieuwe maatregelen op het gebied der pacht- en koopprijs vorming voor de verpachters, wanneer de aanpassing der pachtprijzen aan het nieuwe peil zal hebben plaats gevon- 2) Dr. F. de Roos en Dr. W. J. Wieringa. Een halve eeuw rente in Ne derland, gedenkboek H.A.V.Bank, 1953.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 33