9442
tussen eigen en vreemd kapitaal. Als zodanig komt men in
het Amerikaanse coöperatiewezen tegen het „revolving-
capital-system", in het Nederlandse coöperatiewezen de z.g.
gebonden ledenrekening en elders het systeem van de ge
blokkeerde „ristorno's". Al deze verschillende in het coöpera
tiewezen toegepaste financieringsmethoden worden daardoor
gekenmerkt dat de leden van de coöperatie genoegen ne
men hetzij met een te hoog berekende prijs, indien het be
treft aankoopcoöperaties, of een te laag berekende voorschot-
prijs, zo dikwijls het betreft afzet- of verwerkingscoöperafies.
De bij een dergelijke prijszetfing vrijkomende middelen, die
meesfal als nabetalingsgelden worden aangeduid, worden
voor korfere of langere fijd in het bedrijf gehouden en doen
dienst als kapitaal ter financiering van de bedrijfsuitrusfing of
van een ijzeren besfand van voorraden en vorderingen.
Meestal vindt deze financieringsbestemming plaats bij de af
sluiting van de jaarrekening doordat gelden, die voor restitutie
aan leden in aanmerking komen, geheel of gedeeltelijk op in
dividuele rekening van de leden worden tegoed geschreven.
De voorwaarden, waaronder zulks geschiedt, verschillen van
coöperatie tot coöperatie. Een statutaire regeling daarvan,
waarbij het tijdstip van uitbetaling in de toekomst, alsmede de
rentevergoeding daarover wordt vastgelegd, verdient aanbe
veling. Ook komt men tegen, dat de inhouding plaats vindt
onmiddellijk bij de afrekening van de geleverde producten,
zoals bijv. in Duitsland, door inhouding van een fractie van
een Pfennig per liter geleverde melk.
In al deze gevallen heeft men juridisch te doen met vreemd
kapitaal, omdat de ingehouden bedragen een schuld vormen
van de coöperatie. Materiëel evenwel kunnen deze finan-
cieringsgelden dikwijls ook worden beschouwd als eigen ka
pitaal van de coöperatie. Zulks kan het geval zijn door wets-
duiding of statutaire regeling, zoals in de Verenigde Staten
veelal voorkomt. Het gevolg daarvan is, dat de vreemde
schuldeisers van de coöperatie bij liquidatie van hef bedrijf
zich bij voorrang kunnen verhalen op de bedrijfsactiva en
dat eerst daarna de leden voor hun op ledenrekening tegoed
geschreven bedragen kunnen opkomen. In feite worden daar
door de leden postconcurrente schuldeisers, waardoor zij
practisch in dezelfde positie komen als de aandeelhouders in