9393 moeten werken ofwel zijn bedrijf op een arbeidsextensievere wijze moeten voeren. Kapifaalvoorziening van hef bedrijf. Hef feif, dat de kinderen op het bedrijf in veel geringere mate zullen medewerken, heeft ook consequenties met be trekking tot de kapitaalvoorziening en via deze weer op de bedrijfsvoering. Was de toestand vroeger veelal zo, dat de boeren in de jaren, dat zijn kinderen medewerkten en geen of weinig vreemde arbeid gebruikt behoefde te wor den, in de mogelijkheid verkeerden meer kapitaal in het bedrijf te investeren b.v. door meer melkkoeien aan te houden met als gevolg een hogere rendabiliteit, nu wordt de situatie dikwijls anders. In vele gevallen zal de boer ener zijds de kosten te dragen hebben, welke de opleiding van kinderen voor een ander beroep met zich meebrengen, en anderzijds zal het bedrijf voor het gezin minder inkomsten opleveren, omdat er betaalde arbeidskrachten moeten wor den aangehouden en/of het bedrijf extensiever gevoerd moet worden. Bij een matige conjunctuur voor de landbouw zal het de boer onder deze omstandigheden moeilijk vallen het voor een goede bedrijfsvoering nodige kapitaal beschik baar te krijgen- Kapifaalonttrekking aan de landbouw. Kinderen van boeren, die emigreren of buiten de land bouw een bestaan trachten op te bouwen, zullen vroeg of laat een deel van het ouderlijk vermogen moeten ontvan gen. Dit betekent op welke wijze deze uitkering ook geschiedt, hetzij in contanten hetzij in natura (vooral grond) dat een belangrijk deel van het kapitaal, dat vroeger in handen van boeren was, nu komt bij niet-boeren (of boeren in een ander land). In nauw verband hiermede staat, dat de moeilijkheden bij verdeling van het ouderlijk bezit tussen de kinderen nog groter zullen worden dan ze reeds zijn. Vroeger geschiedde de verdeling hiervan onder de kinderen dikwijls in natura, b.v. in de vorm van grond en vee, en toen was de waar dering van de verschillende vermogensbestanddelen van be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 9