Invloed op de bedrijfsvoering. 9392 dele ook van nief-economische aard zijn. Enige van deze problemen, van grote betekenis voor vele boerengezinnen in het Zuiden en Oosten van ons land, zullen hieronder in een zeer beknopte en daarom soms onvolledige vorm wor den aangegeven. Samenstelling van de agrarische bevolking. Deze afvloeiing is hef grootst onder bepaalde leeftijds groepen. Slechts bij uitzondering zullen oudere boeren, boe ren ouder dan 4550 jaar, een ander beroep kiezen of emi greren. Kinderen van boeren zullen ten laste van het boeren gezin blijven, zeker totdat zij op hun eigen benen kunnen staan en zelf hun boterham kunnen verdienen. Dit alles heeft tof aevolg, dat hef aantal oudere personen in de landbouw relatief oroot is evenals mede als gevolq van de grote kinderrijkdom in de agrarische oezinnen het aantal ieug- dige personen, personen beneden de productieve leeftijd. Daarenfeoen zal bij een nieuwe afvloeiinq het aantal perso nen in de kracht van het leven tussen 20 en 4550 jaar, in de landbouwsector betrekkelijk klein worden. Op deze beperkte oroep van boeren en boerenzoons zal de niet qe- rinae last komen te liaqen te zoroen voor hef levensonder houd van vele jeugdige en oudere personen. Terwijl vroeger de boer al spoedig kon rekenen op de hulp van een of meer kinderen, die op hun 1415-jarige leeftijd op hef ouderlijk bedrijf ginaen meewerken, wordt dit nu geleidelijk anders en voor de boer en zijn vrouw moeilijker. De kinderen, die niet in de landbouw blijven en zich tijdig gaan voorbereiden op een beroep buiten de landbouwsector, zullen hun vader niet of nauwelijks meer bijstaan in de werkzaamheden, welke hef landbouwbedrijf mef zich meebrengt. Wanneer de iongsfe zoon voorbestemd wordt om boer te worden en zijn oudere broers hun toe komst elders zoeken, zal de boer misschien pas op een leef- fijd van ongeveer 50 jaar hulp van een zoon krijgen. Teneinde in deze moeilijkheid te voorzien zal de boer gedurende vele jaren een beroep moeten doen op een of meer betaalde arbeidskrachten ofwel zelf meer en langer L

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 8