9388
BENOEMINGEN BIJ DE INSPECTIEDIENST.
Een tweede Hoofdinspecteur.
Met de toename van de bedrijvigheid bij de boerenleen
banken wordt ook de inspectiedienst van de Centrale Bank
voor steeds meer werk geplaatst. Iedere inspectie vraagt
veel meer tijd dan vroeger, omdat er zoveel meer rekenin
gen moeten worden afgehaakt en op ieder van de rekenin
gen zoveel meer omgaat.
Daarnaast moeten de crediet- en voorschotdossiers wor
den onderzocht en organisatorisch, wat betreft de taakver
vulling door beheerders en kassiers, de puntjes op de i's
worden gezet.
Daarbij blijft het evenwel niet. Vooral de leiding van de
inspectie ziet zich voor de moeilijkheid geplaatst, dat er
steeds meer beleidsvragen rijzen, waarbij hulp van de Cen
trale Bank wordt ingeroepen. Met schriftelijk overleg komt
men niet klaar en met de week groeit het waslijstje van ge
vallen, waarin mondeling contact nuttig of zelfs noodza
kelijk is.
Geleidelijk aan is dit onderdeel van de inspectie-taak zo
danig uitgegroeid, dat de Hoofd-inspecteur alleen daarmede
al zijn handen vol heeft. In de statuten wordt de Centrale
Bank uitdrukkelijk belast met het toezicht op de adminis
tratie en op het beheer. Is dit laatste meer van organisato
rische aard, het toezicht op de administratie is meer van
technische aard. Het een zowel als het ander vraagt de
voortdurende aandacht van de Centrale Bank. Indien nu in
de praktijk blijkt, dat één hoofdinspecteur alleen werk ge
noeg heeft met de behandeling van organisatorische kwes
ties, dan groeit de noodzaak tot benoeming van een tweede
hoofdinspecteur, die zich vooral bezig houdt met de admi
nistratie van de boerenleenbank, het contröle-systeem en
het inspectieprogram alsmede met de voorlichting, zowel
binnen de organisatie als naar buiten, op deze gebieden.
In deze gedachtengang is hef Bestuur van de Centrale
Bank ertoe overgegaan, om naast de heer Erkelens een twee-