9387 zal tegenvallen. Wellicht, dat wij daarover reeds in het volgend nummer van de Maandelijkse Mede delingen meer kunnen vertellen. Want ook de Cen trale Bank doet mede aan de edele wedloop der kassiers en wil bij de eersten behoren, die de balans en de verlies- en winstrekening sluitend hebben. En zo gaan we dan weer een nieuw jaar tege moet, benieuwd wat dit ons aan belevenissen en ontwikkeling zal brengen. Wij verwachten het beste van 1954. Bij een voortgang van de bedrij vigheid, zoals we die in 1953 gekend hebben, zal het ongetwijfeld niet tegenvallen. En mochten er tegenslagen komen, welnu, dan zijn wij paraat. Wij weten, dat de boerenleenbanken o.m. in haar rendabiliteit haar positie in de laatste jaren niet onaanzienlijk verbeterd hebben. Maar wat nog meer zegt: wij weten ook, dat de beheerders en kassiers meer dan ooit voor hun taak berekend zijn en alles erop willen zetten om in de administratie, het beheer en alle andere activiteiten van de boe renleenbanken alle zeilen bij te zetten. Zij weten, dat zij in hun boerenleenbanken deugdelijk gereed schap bezitten om ook het jaar 1954 wederom tot een succes te maken in het belang van de Neder landse land- en tuinbouw, van de economische ont wikkeling van het platteland en van het eigen boerenleenbankwezen. Maar vergeten wij bij dat alles niet: aan Gods zegen is alles gelegen. Ook met de beste werklui en het mooiste gereedschap wordt tevergeefs ge bouwd, indien de Zegen van Boven zou ontbreken. Moge deze dan ook wederom rijkelijk ons deel zijn in het werk aan de boerenleenbank-organisatie, opdat deze een steeds hechtere schakel moge vor men in het geheel van de sociale organisaties, die op de bres staan voor een welvarende, onafhanke lijke en vrije boeren- en tuindersstand in Nederland.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 3