9420 toegekend is met ingang van 1 Januari 1954 verlaagd. De heffing volgens dit tarief bedraagt thans: a. Voor een werknemer die in tariefgroep I valt: 20%; b. Voor een werknemer die in tariefgroep II valt: 13%; c. Voor een werknemer die in tariefgroep lil valt en kinder aftrek geniet voor een kind: 9%; voor twee kinderen 5%; voor drie kinderen: 2%; voor meer dan drie kinderen: nihil. Hiermede zijn de voornaamste punten van de huurverho ging en belastingverlaging besproken. BOERENLEENBANKPRAKTIJK. De jaarlijkse controle der spaar-, voorschot- en lopende rekeningboekjes. Hef Bestuur van de plaatselijke Boerenleenbank is op grond van art. 26 sub h van de statuten gehouden om ten minste eenmaal 's jaars de stand der spaar-, deposito-, voorschot- en lopende rekeningen met de boekjes te ver gelijken. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het Bestuur en is op grond van art. 36 der statuten be voegd om aan de boekjescontröle mede te werken. De Centrale Bank heeft volgens art. 2 van haar statuten tot taak toezicht te houden op het beheer en de administra tie van de boerenleenbanken en het is daarom, dat zij elk jaar weer opnieuw de aandacht van de aangesloten boeren leenbanken, in het bijzonder van de beheerders, voor een effectieve uitvoering van deze belangrijke controle vraagt. Op de in December jl. gehouden jaarlijkse cursussen voor beheerders en kassiers is door de inspectie wederom, zoals trouwens ook op de cursussen van December 1952, uitvoerig op de boekjesconfróle ingegaan. Daarbij is de desbetref fende circulaire no. 250 van 10 November 1947 wederom ter tafel gekomen. Ter instructie van de beheerders van boe renleenbanken is deze circulaire, vergezeld van een bege-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 36