9417 3. Verlaging personele belasting. Deze betreft de grondslag huurwaarde. De vrijgestelde bedragen en het tarief zijn zodanig aan de nieuwe huren aangepast, dat de verhoogde huren geen vermeerdering van personele belasting tengevolge hebben. Na deze aan passing, welke de belastingvoet van 10% tot 7^% terug brengt, is deze belastingvoet nogmaals verlaagd en wel met 40% tot 4^2%. Dit komt dus neer op een verlaging van de huidige belasting naar de grondslag huurwaarde met 40%. 4. Verlaging tarief Inkomsten- en Loonbelasting. Het nieuwe tarief inkomstenbelasting zal toepassing vin den voor de belastingjaren en belastingtijdvakken welke na 31 December 1953 beginnen en het nieuwe tarief loonbe lasting voor de loontijdvakken welke na 31 December 1953 eindigen. 5. Verruiming kinderaftrek. A. Inkomstenbelasting. Met ingang van het iaar 1954 heeft de belastingplichtige aanspraak op kinderaftrek: I. a. voor zijn eigen, aangehuwde kinderen en pleegkin deren die: 1. jonger dan 16 jaar of 2. 16 jaar of ouder, doch jonger dan 21 jaar zijn en ten gevolge van ziekte of gebreken vermoedelijk in het eerst komende jaar buiten staat zullen zijn om met arbeid, die voor hun krachten berekend is, een derde te verwerven van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn aan inkomsten uit arbeid te verwerven, of 3. 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar zijn, mits de tijd, die voor werkzaamheden beschikbaar zou zijn, gro tendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of een opleiding voor een beroep; b. voor één ander eigen of aangehuwd kind danwel pleeg kind, dat 16 jaar of ouder, doch jonger dan 21 jaar is, mits reeds voor drie kinderen aanspraak op kinderaftrek ingevol ge het onder letter a. bedoelde bestaat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 33