zoalle) <:Tlieuwjaar='
Het jaar 1933 heeft zich bij zijn voorgangers
van het verleden gevoegd. Het heeft zijn zorgen,
maar ook zijn vreugde gegeven. Alhoewel 1953
somtijds tot moeilijkheden aanleiding gaf, mag
toch met voldoening op het afgelopen jaar worden
teruggezien. De aan de boerenleenbanken toever
trouwde gelden stegen met rond 34,1 millioen,
zonder met rente-bijschrijving rekening te houden.
De uitstaande credieten en voorschotten met rond
f 31,8 millioen.
Ongetwijfeld heeft 1933 zijn steentje bijgedra
gen tot een versteviging van de financiële positie
van de boerenleenbanken. Van de Centrale Bank
mag hetzelfde worden getuigd, alhoewel het be
drijf van de Centrale Bank het uit een oogpunt
van de rendabiliteit zwaar te verduren kreeg, als
gevolg van de op de geldmarkt sterk gedaalde
de rente voor jaars schatkistpapier werd de rente
verlaagd van 1% tot Vs%) en de dikwijls bestaan
de onmogelijkheid om beleggingen op korte ter
mijn te vinden. Toch verwachten wij, dat het be
drijfsresultaat van de Centrale Bank niet al te zeer
9386
De Boerenleenbank-praktijk staat uiteraard in het teken
van de seizoenswerkzaamheden: de afsluiting van de reke
ningen, de rente-bijschrijving, het maken van de uittreksels
gevolgd door de jaarlijkse boekjescontróle. Verschillende
belangrijke onderdelen van deze werkzaamheden worden
nog eens onder de aandacht gebracht.
De Propaganda vraagt als steeds onze aandacht en ook
in het nieuwe jaar schijnt onze Kassier-Redacteur zijn rubriek
weer voort te zetten. Hij is weer present ter beantwoording
van een brief van zijn collega uit Hoeven, die nog eens
terugkomt op het kaartsysteem van de Stichting Spaarbank.